Op 16 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Dit verzoek was ingediend naar aanleiding van een eerdere beslissing tot het opleggen van een crisismaatregel op 14 juni 2020. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 juni 2020, waarbij de betrokkene en zijn advocaat telefonisch zijn gehoord, evenals een psychiater van Antes GGZ. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
Tijdens de behandeling werd vastgesteld dat de betrokkene, ondanks een verward toestandsbeeld en agressief gedrag bij opname, inmiddels tot rust was gekomen. De psychiater verklaarde dat de betrokkene vier nachten niet had geslapen en alleen alcohol had gedronken, wat zijn gedrag verklaarde. Op het moment van de zitting was er geen sprake van opwinding of boosheid, en er werd geen stoornis of onmiddellijk dreigend ernstig nadeel geconstateerd. De psychiater had voldoende vertrouwen om de betrokkene naar huis te laten gaan.
Gelet op deze bevindingen heeft de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is op 16 juni 2020 mondeling gegeven door rechter S.W. Kuip en op 19 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend door de griffier S.M. Plaisier-van Welie.