ECLI:NL:RBROT:2020:5365

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juni 2020
Publicatiedatum
19 juni 2020
Zaaknummer
C/10/598274 / FA RK 20-4216
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 16 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Dit verzoek was ingediend naar aanleiding van een eerdere beslissing tot het opleggen van een crisismaatregel op 14 juni 2020. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 juni 2020, waarbij de betrokkene en zijn advocaat telefonisch zijn gehoord, evenals een psychiater van Antes GGZ. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

Tijdens de behandeling werd vastgesteld dat de betrokkene, ondanks een verward toestandsbeeld en agressief gedrag bij opname, inmiddels tot rust was gekomen. De psychiater verklaarde dat de betrokkene vier nachten niet had geslapen en alleen alcohol had gedronken, wat zijn gedrag verklaarde. Op het moment van de zitting was er geen sprake van opwinding of boosheid, en er werd geen stoornis of onmiddellijk dreigend ernstig nadeel geconstateerd. De psychiater had voldoende vertrouwen om de betrokkene naar huis te laten gaan.

Gelet op deze bevindingen heeft de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is op 16 juni 2020 mondeling gegeven door rechter S.W. Kuip en op 19 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend door de griffier S.M. Plaisier-van Welie.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/598274 / FA RK 20-4216
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 16 juni 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes GGZ, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. S.R. Kwee te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 15 juni 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 14 juni 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 14 juni 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 14 juni 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 juni 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
 [naam psychiater 2] , psychiater, verbonden aan Antes GGZ, locatie Albrandswaardsedijk.
1.3.
De officier is niet telefonisch ter zitting gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Weliswaar was er bij betrokkene sprake van een verward toestandsbeeld en agressief gedrag bij de opname, maar inmiddels is hij tot rust gekomen. De psychiater verklaart ter zitting dat betrokkene vier nachten niet had geslapen en alleen alcohol had gedronken, wat zijn gedrag verklaart. Op dit moment is er geen opwinding en boosheid meer. Ook is er geen sprake van een stoornis en van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De psychiater heeft er voldoende vertrouwen in om betrokkene naar huis te laten gaan.
2.2.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek worden afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 16 juni 2020 mondeling gegeven door mr. S.W. Kuip, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 19 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.