ECLI:NL:RBROT:2020:5352

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 januari 2020
Publicatiedatum
19 juni 2020
Zaaknummer
10/237777-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in een strafzaak betreffende de Opiumwet met betrekking tot de teelt en verkoop van verdovende middelen

Op 17 januari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het telen, verkopen en in bezit hebben van verdovende middelen, waaronder MDMA en cocaïne. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken. De officier van justitie, mr. M.L. Goudzwaard, heeft vrijspraak gevorderd voor de verdachte. De rechtbank heeft het bewijs tegen de verdachte beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen. Hierdoor heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te spreken van alle ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. J. van Twist, en is openbaar uitgesproken op de datum die in de kop van het vonnis is vermeld. De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat de verdachte niet schuldig is aan de hem ten laste gelegde feiten en dat er geen nadere motivering nodig is voor deze vrijspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/237777-19
Datum uitspraak: 17 januari 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. E.G.S. Roethof, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 januari 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.L. Goudzwaard heeft gevorderd:
- vrijspraak van het ten laste gelegde.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

5..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. I.W.M. Laurijssens, voorzitter,
en mrs. A. Boer en D.F. Smulders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Twist, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Zij op of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 2 oktober 2019 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 1092,8 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methyleendioxymethamfetamine (MDMA) en/of ongeveer 9,1 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne, zijnde methyleendioxymethamfetamine (MDMA) en/of cocaïne
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.