ECLI:NL:RBROT:2020:5347
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot zorgmachtiging op basis van vrijwillige instemming met zorg
Op 28 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene, geboren in Suriname, die verblijft in een zorginstelling. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek gehouden, waarbij de officier van justitie niet aanwezig was, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. De betrokkene is gehoord in bijzijn van zijn advocaat en een ambulante verpleegkundige.
De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), is voldaan. De betrokkene lijdt aan schizofrenie en zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Echter, de rechtbank constateert dat de betrokkene zich goed houdt aan afspraken, zijn medicatie volgens afspraak inneemt en vrijwillig in de zorginstelling verblijft. De rechtbank concludeert dat de betrokkene in staat is om de noodzakelijke zorg vrijwillig te accepteren en dat er geen verzet is tegen de zorg.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven op 28 april 2020 en schriftelijk uitgewerkt op 4 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.