ECLI:NL:RBROT:2020:5346

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 april 2020
Publicatiedatum
19 juni 2020
Zaaknummer
C/10/595109 / FA RK 20-2732
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 28 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en wiens gedrag als gevolg van deze psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg vrijwillig te accepteren. De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg zoals beschreven in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) toegepast en geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het beperken van de bewegingsvrijheid en het insluiten van de betrokkene. De beschikking is mondeling gegeven door rechter D.C.J. Peeck en schriftelijk uitgewerkt op 4 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595109 / FA RK 20-2732
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 28 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende en verblijvende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. J. van Veelen-de Hoop te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 16 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 25 maart 2020;
 de niet-ingevulde zorgkaart van 17 maart 2020;
 het zorgplan van 12 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 28 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene in het bijzijn van [naam moeder] , moeder van betrokkene;
 [naam 2] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige;
 De hiervoor genoemde advocaat van betrokkene.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene woont bij zijn ouders. Hij heeft een beperkt ziekte-inzicht. Betrokkene was in het verleden en is nog steeds af en toe erg agressief, met name verbaal. Dit gedrag wordt door betrokkene gebagatelliseerd. Betrokkene is een jaar gelden kort opgenomen geweest in verband met agressie voortkomend uit een toenemende achterdocht in het kader van de schizofrenie. Betrokkene heeft continue zorg nodig. Het doel is om hem een plek voor hem te vinden in een beschermde woonvorm waar deze zorg kan worden geboden. Betrokkene gaat snel over grenzen heen wanneer hij ontregelt en dient dan opgenomen te worden om tot rust te komen en hem op medicatie in te stellen.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Hoewel betrokkene inmiddels al geruime tijd zorg in de ambulante setting ontvangt blijft het risico op het weigeren van zorg groot wanneer betrokkene ontregelt. Betrokkene accepteert zorg voornamelijk vanwege de dreiging van een gedwongen opname. Betrokkene stemt ten tijde van een ontregeling alleen in met opname om opname op een gesloten afdeling te voorkomen. Dit maakt dat er sprake blijft van verzet. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
de volgende vormen acht de rechtbank slechts van toepassing wanneer betrokkene in het kader van een decompensatie dient te worden overgeplaatst naar een accommodatie:
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het opnemen in een accommodatie.
De opname kan slechts plaatsvinden indien betrokkene ontregeld is en een onafhankelijk psychiater heeft vastgesteld dat een opname noodzakelijk is om betrokkene tot rust te laten komen en in te stellen op medicatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen voor de duur van de machtiging;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 28 oktober 2020;
Deze beschikking is op 28 april 2020 mondeling gegeven door mr. D.C.J. Peeck, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.W. Wapenaar, griffier, en op 4 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.