Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Procesverloop
[naam 4] , verpleegkundige;
Rechtbank Rotterdam
Op 22 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis. De officier van justitie in het arrondissement Rotterdam had op 16 april 2020 een verzoekschrift ingediend voor de voortzetting van een crisismaatregel op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag als de beschikking werd gegeven, waarbij de betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren. De officier van justitie was niet ter zitting verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis in combinatie met een stemmingsstoornis. Het gedrag van de betrokkene leidde tot ernstig nadeel, waaronder psychotisch gedrag en een labiele stemming. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Rop en is op 1 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.