Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[naam gedaagde 1] ,
[naam gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaardingen van 28 augustus ( [naam gedaagde 1] ) en 3 september ( [naam gedaagde 2] ) 2019 met producties
- de conclusie van antwoord van de zijde van [naam gedaagde 1] , met producties
- de akte van de zijde van [naam eiser] , met een productie
- de rolbeslissing van 19 februari 2020
- de conclusie van repliek, met producties.
2.De vaststaande feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
tegen derdenen niet op vorderingen en verzoeken ten behoeve van de gemeenschap tegen een deelgenoot. Deze laatste vorderingen en verzoeken moeten immers op de voet van de artikelen 3:184 en 3:185 BW in de verdeling van de gemeenschap worden betrokken.
€ 6.885,54.
nietten goede zijn gekomen van de moeder beoordeelt de rechtbank ze, bij gebreke van een verantwoording die tot een andere slotsom zou kunnen leiden, als onrechtmatig. In zoverre is [naam gedaagde 1] schadeplichtig.
proceskosten