Bij akte toezenden stukken en wijziging van eis d.d. 14 april 2020 heeft Marcan haar eis gewijzigd, in die zin dat zij vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde te ontbinden per datum vonnis, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum;
II. [gedaagde] te veroordelen om, binnen vijf dagen na het door de kantonrechter in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Marcan te voldoen een bedrag van € 28.581,42 aan huurachterstand, althans een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie juist acht;
III. [gedaagde] te veroordelen om binnen vijf dagen na het door de kantonrechter in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Marcan te voldoen een bedrag van € 78.300,- met betrekking tot de contractuele boete ten aanzien van betalingsverplichting, althans een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie juist acht, dan wel [gedaagde] te veroordelen om binnen vijf dagen na het door de kantonrechter te wijzen vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, tegen behoorlijk bewijs aan kwijting aan Marcan te voldoen de wettelijke rente over de openstaande huurpenningen vanaf de respectievelijke vervaldata tot de dag der algehele voldoening, althans vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
IV. [gedaagde] te veroordelen om binnen vijf dagen na het door de kantonrechter in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Marcan te voldoen een bedrag van € 13.000,- met betrekking tot de contractuele boete ten aanzien van haar exploitatieverplichting, althans een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie juist acht;
V. [gedaagde] te veroordelen om, binnen vijf dagen na het door de kantonrechter in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, tegen behoorlijk bewijs aan kwijting aan Marcan te voldoen een bedrag van € 1.053,15 met betrekking tot de buitengerechtelijke incassokosten, althans een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie juist acht;
VI. [gedaagde] te veroordelen om, binnen vijf dagen na het door de kantonrechter in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, tegen behoorlijk bewijs aan kwijting aan Marcan te voldoen een bedrag van € 4.235,- met betrekking tot de gemaakte makelaarskosten aan de zijde van Marcan, althans een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie juist acht;
VII. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen, althans vanaf een door de kantonrechter redelijk geachte termijn, na het in deze te wijzen vonnis, alsmede in de nakosten ad € 131,- dan wel € 199,- indien betekening van dit vonnis plaatsvindt.