Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding met producties van 16 oktober 2019;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de rolbeslissing van 21 februari 2020 waarin eiseres in de gelegenheid wordt gesteld een conclusie van repliek in te dienen;
- de conclusie van repliek tevens houdende akte indiening aanvullende productie;
- de conclusie van dupliek.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
Zijn van de belasting vrijgesteld:
De eigenaars die geen einde kunnen stellen aan de belastbare toestand van de woning of het gebouw ingevolge een vreemde oorzaak die de eigenaars niet kan worden toegerekend”. Wellicht kon [gedaagde] , zoals hij betoogt, inderdaad geen einde stellen aan de belastbare toestand van de woning, echter kan de schuldsanering niet worden aangemerkt als een vreemde oorzaak die de eigenaar niet kan worden toegerekend. Immers, zoals ook overwogen door het Arbeidshof Antwerpen in het eerder aangehaalde arrest, betreft de schuldsanering een gunstregeling voor de schuldenaar die hem de kans biedt om opnieuw op normale wijze deel te nemen aan het economisch en sociaal leven. [gedaagde] heeft zelf verzocht om toelating tot de schuldsanering, aangezien hij zelf schulden heeft doen ontstaan. De schuldsanering ontheft hem niet van zijn betalingsverplichtingen. Daarom kan niet worden gesteld dat dit een vreemde oorzaak is die hem niet kan worden toegerekend. De kantonrechter oordeelt dan ook dat [gedaagde] niet in aanmerking komt voor deze vrijstelling. Om dezelfde reden