ECLI:NL:RBROT:2020:5160

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 juni 2020
Publicatiedatum
11 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596733 / FA RK 20-3516
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 4 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de toewijzing van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene]. De officier van justitie had op 18 mei 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om verplichte zorg op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel en risico op lichamelijk letsel en verwaarlozing. Ondanks ambulante behandeling is er een risico dat betrokkene zonder machtiging de noodzakelijke zorg niet zal accepteren.

Tijdens de mondelinge behandeling op 4 juni 2020 is gebleken dat betrokkene niet bereid was om te verschijnen, wat door haar advocaat werd bevestigd. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg vastgesteld, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft de gevraagde vormen van verplichte zorg beoordeeld en heeft besloten dat het toedienen van medicatie, het controleren op gedragsbeïnvloedende middelen, en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, ingaande op 4 juni 2020, en heeft bepaald dat de machtiging geldt tot en met 4 december 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter D.Y.A. van Meersbergen en schriftelijk uitgewerkt op 11 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596733 / FA RK 20-3516
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 4 juni 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geborteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. J. Broijl te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 18 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door M. Kimenai, psychiater, van 15 april 2020;
  • de zorgkaart;
  • het zorgplan van 26 maart 2020
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene en het bericht dat van betrokkene geen relevante politiegegevens bekend zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 juni 2020
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
 De hiervoor genoemde advocaat van betrokkene;
 [naam behandelaar] , behandelaar, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
1.4.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid is zich te doen horen. Betrokkene heeft een brief aan de rechtbank gestuurd waarin ze onder meer schrijft niet te zullen verschijnen omdat een mondelinge behandeling onnodig veel stress voor haar oplevert. De advocaat van betrokkene verklaart dat zij betrokkene heeft gesproken en bevestigt dat betrokkene niet bereid is te komen. De brief is aan het dossier toegevoegd.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op lichamelijk letsel en verwaarlozing. Dankzij ambulante behandeling en begeleiding is er op dit moment bij betrokkene sprake van een stabiel toestandsbeeld. De behandelaar vertelt dat hij verwacht dat betrokkene zonder machtiging de begeleiding niet meer zal accepteren en de medicatie niet meer zal innemen vanwege het ontbreken aan ziektebesef en -inzicht. Indien betrokkene stopt met medicatie zal een decompensatie optreden waaruit ernstig nadeel voortvloeit en zal opname noodzakelijk zijn. Het is daarom van belang om een decompensatie te voorkomen.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene stabiel te houden, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Ondanks het feit dat betrokkene akkoord gaat met onderhavige machtiging is er geen sprake van vrijwilligheid. Zonder machtiging zal zij zich naar alle waarschijnlijkheid aan de noodzakelijke behandeling en begeleiding onttrekken.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen;
Het is van groot belang dat betrokkene afspraken en controles met haar ambulant behandelaar nakomt. Het onderhouden van contact moet worden verplicht door een vorm van verplichte zorg die niet is aangevraagd. De rechtbank zal de volgende vorm van verplichte zorg ambtshalve toewijzen teneinde betrokkene te verplichten tot het onderhouden van contact met haar behandelaren:
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
De rechtbank bepaalt dat het zorgplan dienovereenkomstig moet worden gewijzigd.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden. Gebleken is dat betrokkene zich in de afgelopen maanden aan de voorwaarden heeft gehouden en dat het niet de verwachting is dat betrokkene, gelet op de hiervoor toegewezen vormen van verplichte zorg, de medicatie niet zal nemen waardoor decompensatie zal optreden.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 december 2020.
Deze beschikking is op 4 juni 2020 mondeling gegeven door mr. D.Y.A. van Meersbergen, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 11 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.