Op 4 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een bipolaire stoornis. De officier van justitie had verzocht om verplichte zorg, waaronder opname in een accommodatie, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de noodzakelijkheid van opname niet voorzienbaar was en dat alleen het toedienen van medicatie als verplichte zorg werd opgelegd. De betrokkene was niet in staat om zich te doen horen tijdens de zitting vanwege zijn ernstige ziekte, en zijn advocaat heeft het standpunt van de betrokkene weergegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren, aangezien de betrokkene zich verzet tegen behandeling. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking.