Op 9 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, die op dat moment verbleef in een zorginstelling. De officier van justitie had op 8 juni 2020 een verzoek ingediend om de op 7 juni 2020 opgelegde crisismaatregel te verlengen. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, werd de betrokkene niet gehoord, omdat zij aangaf zich niet voldoende voorbereid te voelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, met een aanzienlijk risico op suïcide. De psychiater heeft verklaard dat de betrokkene recentelijk een suïcidepoging had gedaan en dat er zorgen waren over haar mentale toestand, mede door externe factoren die haar emotioneel beïnvloedden. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden en verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter S.W. Kuip en schriftelijk uitgewerkt op 11 juni 2020.