Op 9 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en wonende op een onbekend adres, die thans verblijft in Antes GGZ te Rotterdam. De officier van justitie heeft op 8 juni 2020 een verzoekschrift ingediend voor de voortzetting van de op 5 juni 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij diverse bijlagen zijn gevoegd, waaronder een medische verklaring van psychiater C. van Tuijl. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 juni 2020 is de betrokkene, die lijdt aan een ernstige psychische stoornis, niet in staat geweest om zich te uiten, maar was wel aanwezig. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder het risico op zelfdoding en ernstige verwaarlozing. De rechtbank oordeelt dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 30 juni 2020. De rechtbank heeft de overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk zijn geacht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter S.W. Kuip en schriftelijk uitgewerkt op 11 juni 2020.