ECLI:NL:RBROT:2020:5124

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 mei 2020
Publicatiedatum
11 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596281 / FA RK 20-3291
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren in Suriname, op verzoek van de officier van justitie. Deze beslissing volgde op een mondelinge behandeling waarbij de betrokkene, haar advocaat en een psychiater telefonisch zijn gehoord, vanwege de coronamaatregelen. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan schizofrenie en dat haar gedrag, als gevolg van deze psychische stoornis, kan leiden tot ernstig nadeel. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 25 november 2020, en omvat het toedienen van medicatie ter behandeling van de psychische stoornis. De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg werden niet noodzakelijk geacht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.L.H. Gelauff en schriftelijk uitgewerkt op 28 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596281 / FA RK 20-3291
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 25 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Suriname,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. P.C. van Houten te Dordrecht.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 11 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door A. Kriatkow, psychiater, van 29 april 2020;
 de zorgkaart;
 het zorgplan van 24 april 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
 [naam dochter] , dochter en vertegenwoordiger van betrokkene;
 M.H. de Jong, psychiater, verbonden aan Yulius.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene kan als gevolg van haar psychische stoornis leiden tot ernstig nadeel. Bij juist gebruik van de voorgeschreven medicatie is het toestandsbeeld van betrokkene stabiel (dit is bij betrokkene al enkele jaren het geval). Wanneer zij de medicatie niet gebruikt, ontstaat er een psychotische decompensatie. In het verleden is gebleken dat betrokkene zorgmijdend wordt wanneer er een decompensatie optreedt. Er is dan sprake van waandenkbeelden en akoestische hallucinaties die haar opdrachten geven. In een dergelijke situatie is er sprake van agressie naar derden en doordat betrokkene zichzelf terugtrekt is er sprake van zelfverwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Zonder juridisch kader zal betrokkene de depotmedicatie niet meer accepteren met als gevolg psychotische decompensatie
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene stabiel te houden, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek geeft betrokkene meerdere malen aan dat ze het niet eens is met de diagnose schizofrenie en dat zij het daardoor niet eens is met het gebruik van de voorgeschreven medicatie. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie ter behandeling van een psychische stoornis.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 november 2020.
Deze beschikking is op 25 mei 2020 mondeling gegeven door mr. M.L.H. Gelauff, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 28 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.