Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
10-261098-19
Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel,
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 primair (uitsluitend voor wat betreft de paspoorten), 3 impliciet primair en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest.
4..Vormverzuimen in de zin van artikel 359a Wetboek van Strafvordering
5..Waardering van het bewijs
license to killhad. [naam medeverdachte 1] is vervolgens op verzoek van de verdachte naar de woning van de slachtoffers gekomen. De reden dat [naam medeverdachte 1] aanwezig was, was om de verdachte te helpen bij het verhoren en onder druk zetten van de slachtoffers. [naam medeverdachte 1] had geen persoonlijk belang bij het plegen van de feiten. De verdachte daarentegen wel.
,waardoor de ademhaling van die [naam slachtoffer 1] werd bemoeilijkt en daarbij op die [naam slachtoffer 1] is gaan liggen en
6..Strafbaarheid feiten
1..medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven
2..diefstal in vereniging
3..medeplegen van poging tot zware mishandeling
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
7..Strafbaarheid verdachte
8..Motivering straf
9..Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 28 (achtentwintig) maanden,
€ 6.309,10 (zegge: drieënzestighonderdnegen euro en tien cent), bestaande uit € 1.309,10 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 1.000,- (zegge: duizend euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 6.309,10(hoofdsom,
zegge: drieënzestighonderdnegen euro en tien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door 66 (zesenzestig) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 1.000,-(hoofdsom,
zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door 20 (twintig) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;