ECLI:NL:RBROT:2020:5071
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 19 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam voor een betrokkene die lijdt aan schizofrenie. De zorgmachtiging is verleend op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank oordeelde dat de betrokkene, ondanks haar psychische stoornis, onvoldoende bereid was om zorg op vrijwillige basis te accepteren. Tijdens de mondelinge behandeling werd vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene als gevolg van haar aandoening leidt tot ernstig nadeel, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene een stabiel toestandsbeeld had, maar recentelijk een psychotische decompensatie heeft doorgemaakt. Dit leidde tot zelfverwaarlozing en een risico op maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg goedgekeurd, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid in geval van een crisissituatie.
De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 19 november 2020. De rechtbank benadrukte dat bij een vrijheidsbeneming na drie maanden een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek moet plaatsvinden, conform de eisen van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. De beschikking is mondeling gegeven door mr. L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 25 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.