ECLI:NL:RBROT:2020:5036

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 mei 2020
Publicatiedatum
9 juni 2020
Zaaknummer
10/690411-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde met gedragsstoornissen

Op 19 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde. De PIJ-maatregel was oorspronkelijk opgelegd op 26 april 2018 ter zake van diefstal en diefstal met geweld in vereniging. De termijn van de maatregel was gestart op 15 mei 2018. Op 9 april 2020 heeft het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel ingediend, vergezeld van een advies van de inrichting waar de veroordeelde verblijft. Tijdens de zitting op 19 mei 2020 zijn de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsvrouw, zijn moeder en een deskundige gehoord.

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de PIJ-maatregel met twaalf maanden. De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, hoewel er positieve ontwikkelingen waren. Het advies van de inrichting wees op een norm-overschrijdende gedragsstoornis en een problematische sociaal-emotionele ontwikkeling, maar ook op een gematigd recidiverisico. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verlenging van de maatregel noodzakelijk is voor de verdere ontwikkeling van de veroordeelde en dat de veiligheid van anderen dit vereist.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de PIJ-maatregel verlengd met één jaar, zodat deze eindigt op 14 mei 2021. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot beroep binnen veertien dagen na betekening.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team jeugd
Parketnummer: 10/690411-17
Datum uitspraak: 19 mei 2020
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige raadkamer voor strafzaken, met betrekking tot de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna PIJ-maatregel) van
[naam veroordeelde](de veroordeelde),
geboren op [geboortedatum veroordeelde] te [geboorteplaats veroordeelde] ( [geboorteland veroordeelde] ),
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres veroordeelde] , [postcode veroordeelde] [woonplaats veroordeelde] ,
doch feitelijk verblijvende in de Justitiële jeugdinrichting (JJI) Lelystad (Intermetzo), Bosvalkweg 1 te Lelystad,
hierna: de inrichting,
raadsvrouw mr. N. Roos, advocaat te Rotterdam.

1..Procesverloop

Op 26 april 2018 heeft de rechtbank de PIJ-maatregel van de veroordeelde gelast.
De PIJ-maatregel is opgelegd ter zake van diefstal en diefstal met geweld in vereniging, meermalen gepleegd.
De termijn van de PIJ-maatregel is gestart op 15 mei 2018.
Op 9 april 2020 heeft de rechtbank van het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel ontvangen.
Bij die vordering is gevoegd het advies van de inrichting waar de veroordeelde verblijft, gedateerd 8 april 2020.
Op de zitting van 19 mei 2020 is de vordering achter gesloten deuren behandeld.
De officier van justitie, mr. A.P.G. de Beer, de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, de moeder van de veroordeelde en de deskundige mw. C. Umuhoza, als behandelcoördinator verbonden aan de inrichting, zijn gehoord.

2..Standpunt van partijen

2.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel met twaalf maanden.
2.2.
Standpunt van de veroordeelde
De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Hoewel er sprake is van een positieve ontwikkeling, begrijpt de veroordeelde dat er nog stappen te zetten zijn alvorens de maatregel voorwaardelijk beëindigd kan worden.

3..Adviezen

3.1.
Advies inrichting
Het advies van 8 april 2020 houdt onder meer het volgende in.
Actuele diagnose
Bij de veroordeelde is sprake van een norm-overschrijdende gedragsstoornis voortvloeiend uit een problematische sociaal-emotionele ontwikkeling. Vanuit eerder diagnostisch onderzoek bleek dat problematiek gerelateerd aan de licht verstandelijke beperking van de veroordeelde centraal staat. Uit recent intelligentie-onderzoek is echter gebleken dat de veroordeelde globaal gezien cognitief op een moeilijk lerend niveau functioneert. Doordat zijn verbale vaardigheden relatief zwakker zijn dan zijn overige cognitieve capaciteiten, kan de veroordeelde meer moeite hebben om zijn gevoelens en gedachten onder woorden te brengen. Dit kan frustratie opleveren, doordat hij niet altijd kenbaar kan maken wat hij bedoelt. Dit kan ook gerelateerd zijn aan de verharding die bij de veroordeelde gezien wordt.
Er is geen sprake van psychopathie, maar wel van een gebrekkig inlevingsvermogen. Het overlijden van stiefvader toen de veroordeelde 14 jaar oud was, is voor hem traumatiserend geweest. Vanaf deze leeftijd is de ernst van de gedragsproblematiek toegenomen.
Verloop behandeling
De veroordeelde verblijft momenteel op een reguliere langverblijf behandelafdeling. Aan het begin van het behandeltraject van de veroordeelde lag de nadruk op het inzichtelijk krijgen van de emotieregulatie van de veroordeelde. Inmiddels wordt ook de focus gelegd op het opbouwen van een structurele dagbesteding. De veroordeelde was aan het begin terughoudender over het volgen van behandeling. Opvallend is dat hij gemotiveerd begint aan een therapievorm, maar naarmate er meer ingezet wordt op diepgang, lijkt hij therapie af te houden. De motivatie om therapie te volgen is bij de veroordeelde vooral extrinsiek.
De veroordeelde heeft sinds november 2019 eendaags onbegeleid verlof. Momenteel gaat hij vier dagen per week bij de Buitenloods van JJI Lelystad aan het werk. De sociale verloven vinden plaats in Rotterdam bij moeder en vriendin.
Gevaar voor herhaling
Het recidiverisico wordt op dit moment ingeschat op matig. Binnen de behandeling wordt er continu aan gewerkt om de risicofactoren te verlagen door middel van het aanleren van adequate copingvaardigheden. De structuur en benadering op de behandelgroep zijn passend bij de problematiek van de veroordeelde, waarbij hij onder begeleiding oefent om de juiste copingvaardigheden toe te passen. Binnen het gesloten kader kan de veroordeelde ook oefenen met de toenemende vrijheden, waarbij direct ingegrepen kan worden wanneer de veroordeelde tegen problemen aan loopt. De beschermende factoren die aanwezig zijn bij de veroordeelde zorgen er ook voor dat het recidiverisico verlaagd wordt. De veroordeelde heeft een hechte band met moeder, die hem motiveert om zich aan de afspraken te houden.
Ook zijn vriendin speelt hier een belangrijke rol in. Daarnaast is de veroordeelde erg gemotiveerd om te gaan werken. Door de monitoring die mogelijk is vanuit het
justitiële kader waarin de veroordeelde verblijft, wordt het risico beperkt gehouden.
Indien de maatregel nu wordt beëindigd, wordt ingeschat dat er sprake is van een hoog recidiverisico. De veroordeelde heeft nog niet genoeg stabiliteit om zelfstandig een toekomst op te bouwen. Daarnaast heeft hij nog niet de nodige vaardigheden om op een adequate wijze problemen op te lossen zonder toezicht. Belangrijk is dat de veroordeelde financieel zelfstandig wordt, een steunend sociaal netwerk heeft en voldoende vaardigheden heeft voordat de maatregel beëindigd wordt.
Verder behandeltraject en -perspectief
Bij goed verloop van de behandeling en voldoende bewerking van de risicofactoren wordt verwacht dat de veroordeelde op zijn vroegst in het tweede kwartaal van 2021 in aanmerking komt voor een voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel. Meerdaags onbegeleid verlof zal - eveneens bij gunstig beloop - in mei van dit jaar worden aangevraagd (eerstvolgende verloffase).
In de komende periode zal het verlof van de veroordeelde verder opgebouwd worden, zodra de ontwikkelingen rond het corona-virus dat toelaten. De focus wordt momenteel gelegd op het vinden van een baan in de omgeving van Lelystad. Door middel van slaapverlof zal de veroordeelde met meer vrijheden kunnen oefenen. Wanneer dit goed verloopt, zal dit uitgebreid worden met als doel het vinden van een baan in de regio van herkomst waar de veroordeelde uiteindelijk zal uitstromen. Tegelijkertijd wordt Leren van delict fase 2 (CGT) ingezet om de veroordeelde tools aan te reiken waar hij mee kan oefenen bij de uitbreiding van vrijheden. Verder zal de veroordeelde aangemeld worden bij de reclassering en een begeleide woonvoorziening.
Het advies luidt de termijn van de PIJ-maatregel te verlengen met twaalf maanden.
3.2.
Ter zitting gegeven adviezen
Mevrouw Umuhoza, als behandelcoördinator verbonden aan de inrichting, heeft het verlengingsadvies ter zitting toegelicht. Zij heeft onder meer verklaard dat een verlenging nog nodig is om een signalerings- en preventieplan op te stellen, om door middel van verlof te kijken hoe de veroordeelde omgaat met moeilijke situaties en om te zoeken naar een betaalde baan voor de veroordeelde. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de veroordeelde met ambulante begeleiding naar huis gaat. Mocht het thuis niet goed gaan, dan zal de veroordeelde begeleid gaan wonen.

4..Beoordeling

Een PIJ-maatregel kan op grond van artikel 6:6:31, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) juncto artikel 77s, eerste lid, sub b en c, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) slechts verlengd worden indien de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Daarnaast dient de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van die maatregel te eisen en dient de maatregel in het belang te zijn van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde. Aan deze drie voorwaarden moet worden voldaan om tot een verlenging van de maatregel te kunnen komen.
Uit de adviezen en wat ter terechtzitting is besproken blijkt dat de veroordeelde een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en kan gaan toewerken naar resocialisatie. De veroordeelde heeft hard gewerkt om zijn gedrag te veranderen, hij kan zich beter aan de regels houden en er is sprake van minder incidenten op de groep. De komende periode is het van belang dat de veroordeelde een dagbesteding vindt, wordt aangemeld voor reclasseringsbegeleiding en dat een plan wordt opgesteld voor een scholings- en trainingsprogramma (STP).
De verlenging is mogelijk, omdat de maatregel is opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
De veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist daarom de verlenging van de maatregel met twaalf maanden. De verlenging van de maatregel is tevens in het belang van een zo gunstige mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde.
De rechtbank zal gelet op het vorenstaande de vordering van de officier van justitie toewijzen.

5..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met één jaar, zodat de onvoorwaardelijke maatregel - behoudens verdere verlenging - eindigt op
14 mei 2021.
Deze beschikking is gegeven door
mr. F. Aukema-Hartog, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. W.J. Loorbach en A. Wijsman-van Veen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.R. van Staveren griffier,
en is in het openbaar uitgesproken op 19 mei 2020.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de dagtekening en de veroordeelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.