In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, vervangende toestemming gevraagd om met haar minderjarige kinderen op vakantie te gaan naar Turkije in de periode van 5 augustus 2020 tot en met 26 augustus 2020. De man, gedaagde, heeft verweer gevoerd tegen deze aanvraag, onder andere omdat hij van mening is dat het voor de vrouw niet geschikt is om alleen met de kinderen naar Turkije te reizen, gezien de onrust in het land en de financiële situatie van de vrouw. De mondelinge behandeling vond plaats op 9 maart 2020, waarbij de vrouw werd bijgestaan door haar advocaat, mr. A. Kaynak, en de man verscheen in persoon. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ten tijde van de uitspraak niet positief was, maar dat dit kan veranderen. De rechtbank heeft de vrouw toestemming verleend om met de kinderen op vakantie te gaan, tenzij het reisadvies op dat moment negatief is. Daarnaast heeft de rechtbank de man veroordeeld om de Nederlandse paspoorten en Turkse identiteitsbewijzen van de kinderen aan de vrouw af te geven, met een dwangsom voor het geval hij hier niet aan voldoet. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.