ECLI:NL:RBROT:2020:5016

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 mei 2020
Publicatiedatum
8 juni 2020
Zaaknummer
C/10/592391 / JE RK 20-592
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 mei 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 5 juni 2020, maar de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Zuid-Holland heeft verzocht om deze verlenging met zes maanden uit te breiden. De ouders van de minderjarigen hebben aangegeven in te stemmen met dit verzoek. Tijdens de zitting zijn de minderjarigen, de ouders en een vertegenwoordiger van de GI gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen zich goed ontwikkelen en dat zij goed meewerken aan de hulpverlening. Er is echter weinig contact tussen de vader en de kinderen, wat aandacht behoeft. De kinderrechter heeft op basis van de positieve ontwikkeling van de kinderen en de samenwerking met de hulpverlening besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 5 oktober 2020. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 8 juni 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/592391 / JE RK 20-592
datum uitspraak: 26 mei 2020

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west Zuid-Holland,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Dordrecht,
betreffende

[naam minderjarige 1] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2003 te [geboorteplaats minderjarige 1] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 1] ,

[naam minderjarige 2] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2005 te [geboorteplaats minderjarige 2] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 20 maart 2020 en de daaraan ten grondslag liggende stukken,
- het e-mailbericht van de GI van 20 mei 2020.
Op 26 mei 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarigen [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] , die voorafgaand aan de zitting samen zijn gehoord,
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 20 maart 2020 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verlengd tot 5 juni 2020. De beslissing voor het overig verzochte is aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te verlengen
voor de duur van zes maanden. Nu resteert het verzoek de ondertoezichstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te verlengen tot 5 oktober 2020.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige 1] , [voornaam minderjarige 2] en de ouders hebben goed aan de hulpverlening meegewerkt. De kinderen ontwikkelen zich goed. Wel is er weinig contact tussen [voornaam minderjarige 1] en de vader. Het is lastig om contact te krijgen met de vader.

Het standpunt van de ouders

De ouders hebben aangegeven zich te kunnen vinden in het verzoek van de GI.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] de afgelopen periode een positieve ontwikkeling hebben doorgemaakt. Zij zetten zich goed in voor school en hun resultaten zijn goed. De kinderrechter acht een verlenging van de ondertoezichtstelling voor de gevraagde duur van vier maanden nodig om de positieve ontwikkeling nog even te monitoren en te zorgen voor een eventuele overdracht naar de hulpverlening in het vrijwillig kader. Het is voorts van belang dat de GI de komende periode kijkt naar de mogelijkheden tot verder contactherstel tussen [voornaam minderjarige 1] en de vader.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] daarom verlengen voor de duur van vier maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] tot 5 oktober 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter, in tegenwoordigheid van I.E. Teunissen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 8 juni 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.