In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 mei 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 5 juni 2020, maar de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Zuid-Holland heeft verzocht om deze verlenging met zes maanden uit te breiden. De ouders van de minderjarigen hebben aangegeven in te stemmen met dit verzoek. Tijdens de zitting zijn de minderjarigen, de ouders en een vertegenwoordiger van de GI gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen zich goed ontwikkelen en dat zij goed meewerken aan de hulpverlening. Er is echter weinig contact tussen de vader en de kinderen, wat aandacht behoeft. De kinderrechter heeft op basis van de positieve ontwikkeling van de kinderen en de samenwerking met de hulpverlening besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 5 oktober 2020. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 8 juni 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.