Op 8 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een voogdijzaak betreffende een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De zaak is aangespannen door de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (hierna: GI), die verzocht om toestemming tot wijziging van het verblijf van [voornaam minderjarige] in het kader van de voogdij. De kinderrechter heeft de pleegouders, die al negentien jaar pleegouders zijn, gehoord, evenals vertegenwoordigers van de GI en de minderjarige zelf. De pleegouders hebben zich verzet tegen het verzoek van de GI, waarbij zij stelden dat de zorgen niet voldoende onderbouwd zijn en dat het goed gaat met [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft echter geconstateerd dat er zorgen zijn over de opvoedingssituatie en dat er vermoedens zijn van overmatig alcoholgebruik door de pleegvader. De kinderrechter heeft besloten dat nader onderzoek noodzakelijk is en heeft een bijzondere curator benoemd, mr. G.E. van der Pols, om de belangen van [voornaam minderjarige] te behartigen. De beslissing op het verzoek van de GI is aangehouden tot een nader te bepalen zittingsdatum, waarbij de bijzondere curator is verzocht om uiterlijk een week voor de zitting te rapporteren over zijn bevindingen.