ECLI:NL:RBROT:2020:4948
Rechtbank Rotterdam
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Openbaarheid van documenten en geheimhoudingsplicht onder de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt
Op 5 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de ACM, waarin het verzoek om afschriften van documenten in het toezichtsdossier werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de ACM in redelijkheid kon besluiten om de documenten niet openbaar te maken, gezien de geheimhoudingsplicht die voortvloeit uit artikel 7 van de Instellingswet. De rechtbank stelde vast dat de artikelen 12u, 12v en 12w van de Instellingswet een uitputtende regeling vormen die voorrang heeft op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De rechtbank concludeerde dat de gevraagde documenten niet onder de uitzonderingen voor openbaarmaking vallen en dat de ACM geen aanleiding had om af te wijken van haar gedragslijn om alleen documenten openbaar te maken indien dit nuttig en nodig is voor voorlichting en transparantie. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en een afschrift werd verzonden aan de partijen.