ECLI:NL:RBROT:2020:4940
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam
Op 26 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, die lijdt aan een paranoïde psychotisch toestandsbeeld. De officier van justitie had op 25 mei 2020 een verzoekschrift ingediend om de op 22 mei 2020 opgelegde crisismaatregel te verlengen. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, zijn de betrokkene en zijn advocaat gehoord, evenals een psychiater van de Parnassia Groep. De officier was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank beoordeelde of aan de criteria voor een crisismachtiging was voldaan, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, veroorzaakt door het gedrag van de betrokkene als gevolg van zijn psychische stoornis. Dit gedrag omvatte onder andere dreigingen van geweld en ernstige verwaarlozing van zijn gezondheid. De rechtbank oordeelde dat de situatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht.
De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met de noodzaak van verplichte zorg, waaronder het toedienen van voeding, medicatie en medische controles. De rechtbank achtte de voorgestelde zorg evenredig en effectief, ondanks het verzet van de betrokkene tegen deze zorg. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. de Geus en schriftelijk uitgewerkt op 4 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.