ECLI:NL:RBROT:2020:4936

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 mei 2020
Publicatiedatum
5 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596913 / FA RK 20-3593
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 26 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 21 mei 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene met een psychotisch toestandsbeeld. De mondelinge behandeling vond plaats via een telefonische zitting vanwege de coronamaatregelen. Betrokkene was aanwezig met zijn advocaat, mr. I. Saey, en een AIOS van Antes GGZ werd ook gehoord. De officier was niet aanwezig omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank beoordeelde het verzoek op basis van de criteria uit de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechter stelde vast dat, hoewel er bij betrokkene sprake was van een psychotisch toestandsbeeld, hij inmiddels tot rust was gekomen door de huidige medicatie. Betrokkene had eerder een traject in het Erasmus Medisch Centrum ondergaan, maar had dit vroegtijdig afgebroken. De behandelaar van Antes GGZ gaf aan voldoende vertrouwen te hebben in de bereidwilligheid van betrokkene om zich vrijwillig te laten behandelen.

Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af te wijzen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. de Geus en is op 4 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596913 / FA RK 20-3593
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 26 mei 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes GGZ, locatie Albrandswaardsedijk, Albrandswaardsedijk 74 te Poortugaal,
advocaat mr. I. Saey te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 25 mei 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 21 mei 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 21 mei 2020;
 de medische verklaring opgesteld door drs. F.C. Karayalcin, psychiater, van 21 mei 2020;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 26 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam AIOS] , AIOS, verbonden aan Antes GGZ, locatie Albrandswaardsedijk.
1.3.
De officier is niet telefonisch ter zitting gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria crisismachtiging
2.1.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.1.2.
Gelet op artikel 7:1 lid 1 Wvggz kan deze machtiging slechts worden verleend indien er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is, er een ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van betrokkene als gevolg van een psychische stoornis dit dreigend ernstig nadeel veroorzaakt en met de crisismaatregel het ernstige nadeel kan worden weggenomen. Daarnaast is de crisissituatie dermate ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht en is er verzet als bedoeld in artikel 1:4 Wvggz tegen de zorg.
2.1.3.
Weliswaar was er bij betrokkene sprake van een psychotisch toestandsbeeld, maar betrokkene is inmiddels tot rust gekomen door de huidige medicatie instelling. Betrokkene verbleef eerder in het Erasmus Medisch Centrum (hierna EMC) voor een second opinion, waar de medicatie werd afgebouwd zodat de behandelaren zich aldaar een helder beeld konden vormen van betrokkene. Betrokkene heeft dit traject echter vroegtijdig afgebroken en is ontregeld geraakt. Volgens de behandelaar wordt het beleid zoals dat was ingezet bij het EMC, thans bij Antes GGZ voortgezet, en wordt betrokkene opnieuw ingesteld op medicatie. Betrokkene geeft blijk van ziekte inzicht en -besef en bovendien is hij bereid om zich vrijwillig te laten behandelen. De behandelaar van Antes GGZ verklaart ter zitting hierin voldoende vertrouwen te hebben. Gelet op het voorgaande zal het verzoek worden afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 26 mei 2020 mondeling gegeven door mr. M. de Geus, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 4 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.