ECLI:NL:RBROT:2020:4916

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 mei 2020
Publicatiedatum
4 juni 2020
Zaaknummer
C/10/595950 / FA RK 20-3138
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging na crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

Op 13 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in Soedan en thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal. De beschikking is het resultaat van een verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen op 6 mei 2020, en betreft een voortzetting van een crisismaatregel op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. R.F. Nelisse, telefonisch zijn gehoord, evenals een afdelingsarts van Antes. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychotische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en hinderlijk gedrag. De rechtbank concludeert dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn. De voorgestelde vormen van verplichte zorg zijn besproken en omvatten onder andere het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het insluiten van de betrokkene. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 13 november 2020.

Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter G.P. van de Beek en schriftelijk uitgewerkt op 18 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595950 / FA RK 20-3138
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 13 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Soedan,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. R.F. Nelisse te Schiedam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 6 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door L. Ting, psychiater, van 30 april 2020;
 het zorgplan van 1 mei 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 M. Kupeli, afdelingsarts, verbonden aan Antes, locatie Albrandswaardsedijk;
 [naam tolk] , tolk Hebreeuws.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 14 april 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 6 mei 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Bij betrokkene is sprake van een psychotisch toestandsbeeld. Betrokkene heeft zijn zwangere buurvrouw en haar moeder geslagen. In de accommodatie heeft hij meubilair vernield en een verpleegkundige proberen aan te vallen. Na dit voorval is hij gesepareerd geweest. Het is moeilijk met betrokkene te communiceren. Betrokkene is incoherent in taal, vermoed wordt dat dit een stukje van de psychotische ontwikkeling is. Het heeft lang geduurd voor er enige verbetering optrad in het toestandsbeeld van betrokkene. Het effect van de medicatie wordt nu gezien. Zodra het toestandsbeeld van betrokkene stabiel is, kan hij verder worden behandeld in de ambulante setting.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het onderzoek aan kleding of lichaam;
 het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
 het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
 het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
 het opnemen in een accommodatie.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 13 november 2020.
Deze beschikking is op 13 mei 2020 mondeling gegeven door mr. G.P. van de Beek, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 18 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.