ECLI:NL:RBROT:2020:4915

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 mei 2020
Publicatiedatum
4 juni 2020
Zaaknummer
C/10/595849 / FA RK 20-3091
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging na crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 13 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en een stoornis in alcohol- en cannabisgebruik. De officier van justitie had op 1 mei 2020 een verzoekschrift ingediend voor de zorgmachtiging, na een eerdere crisismaatregel die op 22 april 2020 was verleend. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de betrokkene en zijn advocaat telefonisch werden gehoord vanwege de coronamaatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn en dat de voorgestelde zorgvormen evenredig en effectief zijn. De zorgmachtiging werd verleend voor een periode van zes maanden, met de verplichting tot herbeoordeling door een onafhankelijk psychiater na een aanzienlijke periode van opname. De beschikking is mondeling gegeven door rechter G.P. van de Beek en schriftelijk uitgewerkt op 18 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595849 / FA RK 20-3091
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 13 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, Bouman Kliniek te Rotterdam,
advocaat mr. H.J. Naber te Dordrecht.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 1 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door M.A.V. van Verschuer, psychiater, van 29 april 2020;
 het zorgplan van 14 april 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met advocaat mr. P.C. van Houten, namens de hierboven genoemde advocaat;
 B. Jeup, verpleegkundig specialist, verbonden aan Antes, Bouman Kliniek.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 22 april 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 1 mei 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, alsmede stoornis in alcohol en cannabisgebruik.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. Voorst is er sprake van maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene wordt al jaren behandeld in verband met recidiverende psychoses en drugsgebruik. Hij is opgenomen met een crisismaatregel vanwege een suïcidepoging. Het ging slecht met hem, betrokkene hoorde stemmen in zijn hoofd. Dat is nu minder. Het is de bedoeling dat betrokkene goed wordt ingesteld op medicatie en dat er goede afspraken worden gemaakt met het ambulante team zodat er kan worden toegewerkt naar behandeling in de thuissituatie, tenzij zich een nieuwe crisissituatie voordoet.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, anti-psychotische medicatie op adequate dosering, is voor langere tijd noodzakelijk om het psychiatrische beeld te behandelen en het nadeel af te wenden en terugval te voorkomen. Het toestaan van hulpverleners en woonbegeleiders in zijn woning. Het accepteren van de ondersteuning bij het schoonhouden en opruimen van de woning;
 het beperken van de bewegingsvrijheid, alleen in het geval van opname in een accommodatie, om nadeel af te wenden. Dit wordt individueel met betrokkene afgestemd en opgenomen in het behandelplan;
 uitoefenen van toezicht op betrokkene, alleen in geval van opname in een accommodatie. Dit is standaard een onderdeel van het veiligheidsbeleid op de accommodatie;
 het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, in geval van vermoeden van mogelijk gebruik van alcohol, objectiveren middels blaastesten, urine controle en indien nodig bloedcontroles;
 het opnemen in een accommodatie, indien er geen andere mogelijkheid is om het nadeel voor betrokkene af te wenden (na toetsing door de geneesheer-directeur) en voor een zo kort mogelijke duur.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van 6 maanden. Hoewel de zorgmachtiging voor 6 maanden wordt verleend, wijst de rechtbank voorts op de nog steeds geldende vaste rechtspraak van Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM 24 oktober 1979,
Winterwerp v. The Netherlands, 6301/73, r.o. 39 en EHRM 5 oktober 2000,
Varbanov v. Bulgaria, 31365/96, r.o. 47). Wanneer een aanzienlijke periode reeds is verstreken en betrokkene moet worden opgenomen, moet betrokkene opnieuw worden beoordeeld door een onafhankelijk psychiater. De medische verklaring bij onderhavig verzoek kan na een aanzienlijke periode niet meer een vrijheidsbeneming rechtvaardigen. Een nieuwe beoordeling moet gebaseerd worden op het toestandsbeeld waarvan op dat moment sprake is.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 13 november 2020.
Deze beschikking is op 13 mei 2020 mondeling gegeven door mr. G.P. van de Beek, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 18 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.