ECLI:NL:RBROT:2020:4864

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
3 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596454 / FA RK 20-3364
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

Op 20 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot deze zorgmachtiging is ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 13 mei 2020. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de betrokkene, haar advocaat mr. K. Lammers-Roselaar, en deskundigen van Antes aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder psychische schade en agressief gedrag. De psychiater heeft verklaard dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en dat het toedienen van medicatie essentieel is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 20 november 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596454 / FA RK 20-3364
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 20 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Zorgboulevard te Poortugaal,
advocaat mr. K. Lammers-Roselaar te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 13 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door drs. A. Moerlie, psychiater, van
  • de zorgkaart van 11 mei 2020;
  • het zorgplan van 8 mei 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz;
  • de relevante politiegegevens;
  • het bericht dat er geen strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
  • V. Lardée, arts-assistent, en
  • J. van der Vlugt, psychiater, beiden verbonden aan Antes.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 23 april 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 13 mei 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op onder andere ernstige psychische schade en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Betrokkene is opgenomen met een ernstig psychotisch toestandsbeeld waarbij ze in de thuissituatie achterdochtig en agressief gedrag vertoonde tegenover haar partner. De arts-assistent verklaart ter zitting dat betrokkene psychotische symptomen vertoont en op grond van de richtlijn die gehanteerd wordt, vanwege haar leeftijd en het gegeven dat ze voor het eerst een psychose heeft, nader onderzoek moet uitwijzen of er onderliggende lichamelijke oorzaken aan deze symptomen ten grondslag liggen. De psychiater ter zitting vermoedt dat sprake is van een organisch psychosyndroom waarbij hij de kans op een delier zeer onwenselijk acht. Hij acht ter voorkoming van het ernstige nadeel medicatie inname en nader onderzoek noodzakelijk en geeft hierbij aan dat de onderzoeken sneller kunnen plaatsvinden als betrokkene wordt opgenomen in de accommodatie.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
De advocaat van betrokkene bepleit ter zitting ambulante zorg omdat betrokkene vrijwillig wil meewerken aan onderzoek en bereid is haar medicatie in te nemen. Ter zitting is besproken dat het voornaamste gevaar voor betrokkene is dat er onderliggende somatische oorzaken zijn voor de psychose en dat deze snel behandeld moeten worden om ernstige gezondheidsschade te voorkomen. Om die reden acht de psychiater het wenselijk dat betrokkene opgenomen blijft want vanuit de opname kunnen de te verrichten neurologische onderzoeken eerder plaatsvinden en kunnen eventuele onderliggende somatische oorzaken sneller worden behandeld. Als betrokkene poliklinisch onderzocht wordt kunnen er lange wachttijden zijn wat de prognose van betrokkene niet ten goede komt indien er daadwerkelijk onderliggende somatische oorzaken zijn. Dit ernstige nadeel komt echter niet voort uit de psychische stoornis van betrokkene maar is het gevolg van de wijze waarop de medische onderzoekscapaciteit is verdeeld. De door de officier verzochte vormen van verplichte zorg “beperken van de bewegingsvrijheid”, “uitoefenen van toezicht” en “opnemen in de accommodatie” zijn dan ook gebaseerd op een nadeel dat niet voortvloeit uit een psychische stoornis en kunnen daarom niet worden toegewezen.
2.2.3.
Zoals ter zitting door de psychiater is toegelicht is pas vrij recent een verbetering in het toestandsbeeld van betrokkene opgetreden. Van groot belang is dat zij haar medicatie blijft innemen omdat zij anders weer psychotisch kan decompenseren. Vanwege het prille karakter van de opgetreden verbetering en het ernstige nadeel dat kan optreden als betrokkene haar medicatie niet meer zou innemen, acht de rechtbank de vorm van verplichte zorg “het toedienen van medicatie” noodzakelijk om het ernstige nadeel af te wenden.
2.2.4.
Voor de toegewezen vorm van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Voorts is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.5.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregel zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.3. kan worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 november 2020.
Deze beschikking is op 20 mei 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Rop, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Smolders, griffier en op 28 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.