ECLI:NL:RBROT:2020:4861

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 mei 2020
Publicatiedatum
3 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596471 / FA RK 20-3377
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing voortzetting crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

Op 15 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 13 mei 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene, die thans verblijft in Antes te Poortugaal. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat, alsook een psychiater telefonisch zijn gehoord. De officier was niet ter zitting aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor de crisismachtiging voldaan was, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die zich in een psychotische toestand bevond en weigerde medicatie in te nemen. De psychiater verklaarde dat de betrokkene een ernstig risico vormde voor zichzelf en anderen, wat de noodzaak voor de voortzetting van de crisismaatregel onderstreepte.

De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met de mogelijkheid tot verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en opname in een accommodatie. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 20 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596471 / FA RK 20-3377
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 15 mei 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Zaïre,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. J.J. van Santbrink te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen op 14 mei 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 13 mei 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van
  • de medische verklaring opgesteld door drs. J.M. van Bussel, psychiater, van
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
  • betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
  • drs. J. Tollenaar, psychiater, verbonden aan Antes;
  • [naam tolk] , tolk Frans.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria crisismachtiging
2.1.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.1.2.
Gelet op artikel 7:1 lid 1 Wvggz kan deze machtiging slechts worden verleend indien er onmiddellijk dreigend nadeel is, er een ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van betrokkene als gevolg van een psychische stoornis dit dreigend nadeel veroorzaakt en met de crisismaatregel het ernstige nadeel kan worden weggenomen. Daarnaast is de crisissituatie dermate ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht en is er verzet als bedoeld in artikel 1:4 Wvggz tegen de zorg.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige psychische schade en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is de laatste maanden gestopt met het innemen van medicatie. Betrokkene heeft behandelaren die bij haar thuis kwamen het huis uitgejaagd en verbaal gedreigd dat ze bij een volgend bezoek met een mes bij de deur zal staan. De kinderen van betrokkene zijn erg bang omdat hun moeder met een mes bij de deur staat, aldus de psychiater ter zitting. Verder verklaart de psychiater dat nog steeds sprake is van een psychotisch toestandsbeeld. Betrokkene weigert antipsychotica in te nemen, trekt zich terug op haar kamer en heeft weinig contact met andere patiënten op de afdeling. Daarnaast heeft betrokkene geen ziektebesef. De psychiater acht ter voorkoming van het ernstig nadeel het toedienen van medicatie (antipsychotica) noodzakelijk.
2.1.4.
Vermoed wordt dat voormeld nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een recidief psychose in het kader van schizofrenie.
2.1.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het insluiten;
  • het opnemen in een accommodatie;
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en/of de psychiater ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.2.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg en geeft meerdere malen ter zitting aan dat ze naar huis wil. Verder geeft betrokkene aan dat ze geen medicatie (antipsychotica) wil innemen omdat ze hierdoor een hoge bloeddruk krijgt. De psychiater verklaart echter ter zitting dat een hoge bloeddruk geen bijwerking is van de medicatie. Gelet op de toelichting van de psychiater acht de rechtbank het niet aannemelijk dat de hoge bloeddruk ontstaat door de medicatie.
2.2.3.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Voorts is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.3.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.1 kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 5 juni 2020.
Deze beschikking is op 15 mei 2020 mondeling gegeven door mr. L.A.C. van Nifterick, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Smolders, griffier en op 20 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.