Op 29 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 26 april 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij de betrokkene, die lijdt aan een schizoaffectieve stoornis, op dat moment in een crisisverblijf was. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling telefonisch gehouden in verband met de coronamaatregelen. De betrokkene stemde in met deze procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstige psychische schade en verwaarlozing, en dat de betrokkene zich verzet tegen de zorg. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk en evenredig is om het ernstig nadeel af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 20 mei 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter G.P. van de Beek en schriftelijk uitgewerkt door griffier J. Smolders.