Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het tussenvonnis van 2 januari 2019 en de daarin vermelde processtukken,
- de akte uitlating, tevens houdende akte vermeerdering van eis van [eiseres 1] , met een onderdeel van productie 22 (leesbaardere versie) en producties 24 t/m 26,
- de antwoordakte na tussenvonnis van [gedaagde 1] c.s. met producties 68 t/m 80,
- de akte eisvermindering in reconventie,
- de antwoordakte van [eiseres 1] ,
- de akte overlegging producties [gedaagde 1] c.s. met producties 81 t/m 87,
- de akte overlegging producties [gedaagde 1] c.s. met productie 88,
- de pleitnota van [eiseres 1] ,
- de spreekaantekeningen van [gedaagde 1] c.s.
2. De verdere omschrijving van het geschil
in conventie
3. De verdere beoordeling
directe schade, meebrengt dat het verband tussen de schade en het voorval niet te ver verwijderd mag zijn, zodat in zoverre sprake is van een beperking van het schadebegrip van artikel 6:98 BW en (ii) dat een op redelijkheid en billijkheid afgestemde en in de praktijk hanteerbare uitleg van het begrip ‘directe schade’, mede gelet op de verhouding tussen partijen en de situatie als geheel, inhoudt dat alleen schade die in rechtstreeks causaal verband staat met de toerekenbare tekortkoming van [gedaagde 1] daaronder valt.
- Bij de factuur van 25 oktober 2017 ad € 1.260 zijn kosten in rekening gebracht voor onderzoek in Tilburg dat reeds op 6 oktober 2017 door GS Audits was uitgevoerd en waarbij geen asbest werd aangetroffen. Deze kosten zijn daarom zonder noodzaak gemaakt.
- De bij de factuur van 1 november 2017 met nummer [factuurnummer] in rekening gebrachte kosten ad € 18.840 in totaal zijn niet onderbouwd. De werkzaamheden zijn volgens de specificatie op de factuur op 10, 11 en 12 oktober 2017 uitgevoerd, maar het definitieve inventarisatierapport is door SGS Search op 9 oktober 2017 uitgebracht en er is geen rapport van latere datum uitgebracht waaruit blijkt dat de werkzaamheden en materiaalanalyses die zijn gefactureerd daadwerkelijk zijn uitgevoerd.
- De bij de factuur van 1 november 2017 met nummer 22036451 in rekening gebrachte kosten ad € 19.620 in totaal zijn niet redelijk voor zover zij het bedrag van € 9.800 overschrijden, omdat: