ECLI:NL:RBROT:2020:4798

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 mei 2020
Publicatiedatum
2 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596114 / FA RK 20-3213
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot betrokkene met beperkte ziektebesef en -inzicht

Op 18 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, die lijdt aan een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type en een stoornis in middelengebruik. De officier van justitie had op 7 mei 2020 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van diverse medische documenten, waaronder een verklaring van psychiater M. Kimenai. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, werd de betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat mr. L.M. Deiman. De officier was niet gehoord omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank oordeelde dat de betrokkene, ondanks zijn huidige stabiliteit en ziekte-inzicht, een verhoogd risico op manisch psychotische decompensatie loopt door een wijziging in medicatie. Dit maakte verplichte zorg noodzakelijk om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank stelde vast dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief was. De zorgmachtiging werd verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid in crisissituaties.

De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 25 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596114 / FA RK 20-3213
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 18 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. L.M. Deiman te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 7 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door M. Kimenai, psychiater, van 15 april 2020;
 de zorgkaart van 19 maart 2020;
 het zorgplan van 13 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens en de strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam psychiater] , psychiater, verbonden aan het FACT team van Antes.
1.2.
De officier is telefonisch niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type en een stoornis in middelengebruik.
2.1.3.
Betrokkene woont in een beschermde woonvorm. Op dit moment is zijn toestandsbeeld redelijk stabiel en is hij abstinent van middelen. Op dit moment heeft hij ziektebesef en ziekte-inzicht en is behandeling mogelijk op vrijwillige basis. Echter, omdat betrokkenen de komende maanden wisselt van medicatie is er een verhoogd risico op manisch psychotische decompensatie. En in een situatie van decompensatie is verplichte zorg noodzakelijk om ernstig nadeel af te kunnen wenden. Bij een decompensatie heeft betrokkene in het verleden medicatie geweigerd wat een (te) lange nasleep had. Tijdens een psychotische decompensatie hoort betrokkene stemmen, is hij druk en slaapt hij nauwelijks. Ook is er dan sprake van seksuele ontremming, forse agressie en zijn er oordeels- en kritiekstoornissen. Zijn laatste opname was in 2019 en deze opname heeft een lange nasleep gehad. Het duurde ongeveer 9 maanden voordat hij weer redelijk stabiel was. De psychiater maakt zich zorgen over een eventuele volgende psychose waar betrokkene mogelijk minder goed van zal herstellen.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene, als hij behandeling op vrijwillige basis weigert, verplichte zorg nodig.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene bij een decompensatie onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Om die reden is verplichte zorg dan nodig. Er is dan een beperkt ziektebesef en –inzicht bij betrokkene. Betrokkene is de afgelopen jaren meerdere keren op eigen initiatief gestopt met het innemen van zijn medicatie en ook is de getoonde bereidheid niet meer gegarandeerd wanneer de nieuwe medicatie onvoldoende zal aanslaan wat immers kan leiden tot manisch psychotische decompensatie.
2.2.3.
De rechtbank gaat ervan uit dat de wetgever heeft beoogd dat zorgverlening ter voorkoming van ernstig nadeel mogelijk moet zijn. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg opgenomen worden in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval dient te worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
2.2.4.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de onderstaande vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden.
‘Reguliere verplichte zorg’De rechtbank acht de volgende vormen van reguliere verplichte zorg noodzakelijk gedurende zes maanden:
 het toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
‘Verplichte zorg in crisissituaties’In crisissituaties mag binnen de komende zes maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg:
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het opnemen in een accommodatie.
Bij betrokkene is er sprake van een crisissituatie wanneer hij stopt met het innemen zijn medicatie, (opnieuw) middelen gaat gebruiken of wanneer de nieuwe medicatie onvoldoende aanslaat, waardoor er in deze gevallen een toename van de psychotische klachten wordt waargenomen. Dit is de afgelopen jaren regelmatig gebeurd. Bij decompensatie is het van belang om snel in te kunnen grijpen met een klinische opname waarnaar betrokkene weer adequaat kan worden ingesteld op medicatie. Deze vormen van verplichte zorg zullen slechts mogen worden toegepast indien op dat moment de overige vormen van verplichte zorg niet langer toereikend zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
Als het gaat om opname geruime tijd nadat de zorgmachtiging is verleend, moet aan die vrijheidsbeneming een recente medische beoordeling ten grondslag liggen. Het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens verlangt altijd een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek bij vrijheidsbeneming als deze. (zie de nadere uitleg in ondermeer EHRM 24 september 1992, Herczegfalvy v. Austria, 10533/83, r.o. 63 en EHRM 5 oktober 2000, Varbanov v. Bulgaria, 31365/96, r.o. 47). In de praktijk betekent dit dat bij een vrijheidsbeneming van betrokkene na drie maanden vanaf heden de zorgaanbieder opnieuw invoering dient te geven aan een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek. Dat mag door de geneesheer-directeur plaatsvinden, op voorwaarde dat hij niet bij de behandeling betrokken is.
2.2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van 6 maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 18 november 2020.
Deze beschikking is op 18 mei 2020 mondeling gegeven door mr. L.A.C. van Nifterick, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Veldthuis, griffier, en op 25 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.