Op 11 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De zaak betreft een cliënt met een psychogeriatrische aandoening die momenteel verblijft bij Careyn Grootenhoek te Hellevoetsluis. Het verzoekschrift van het CIZ was ingediend op 14 april 2020 en na een mondelinge behandeling op 11 mei 2020, waarbij de cliënt en zijn advocaat aanwezig waren, is de rechter tot een beslissing gekomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een psychogeriatrische aandoening bij de cliënt, maar dat er geen verzet is tegen de opname en het verblijf in de zorginstelling. De cliënt heeft verklaard dat hij het naar zijn zin heeft in de accommodatie en daar wil blijven. De behandelaren hebben ook geen verzet waargenomen. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geconcludeerd dat de opname en het verblijf niet noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden, en heeft het verzoek van het CIZ afgewezen.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter N. Doorduijn en is op 15 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.