ECLI:NL:RBROT:2020:4787
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam
Op 15 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging. De psychiater verklaarde dat ten tijde van de aanvraag de voorkeur uitging naar een ambulante behandeling, maar dat dit inmiddels onmogelijk was omdat de betrokkene dakloos was en gestopt was met zijn medicatie. De rechtbank oordeelde dat opname noodzakelijk was. De procedure begon met een verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen op 7 mei 2020, en de mondelinge behandeling vond plaats op 18 mei 2020. Betrokkene was niet verschenen, maar zijn advocaat was aanwezig en kon namens hem een standpunt innemen. De officier van justitie was telefonisch niet gehoord.
De rechtbank beoordeelde of voldaan was aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling bleek dat betrokkene leed aan een schizo-affectieve stoornis en middelenmisbruik. Zijn gedrag leidde tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene onttrok zich aan zorg en nam zijn medicatie niet meer in. De psychiater gaf aan dat een klinische opname noodzakelijk was om betrokkene te stabiliseren en opnieuw in te stellen op medicatie.
De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg nodig was. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met de maatregelen van beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De beschikking werd mondeling gegeven op 18 mei 2020 door rechter L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 25 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.