ECLI:NL:RBROT:2020:4787

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 mei 2020
Publicatiedatum
2 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596036 / FA RK 20-3184
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 15 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging. De psychiater verklaarde dat ten tijde van de aanvraag de voorkeur uitging naar een ambulante behandeling, maar dat dit inmiddels onmogelijk was omdat de betrokkene dakloos was en gestopt was met zijn medicatie. De rechtbank oordeelde dat opname noodzakelijk was. De procedure begon met een verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen op 7 mei 2020, en de mondelinge behandeling vond plaats op 18 mei 2020. Betrokkene was niet verschenen, maar zijn advocaat was aanwezig en kon namens hem een standpunt innemen. De officier van justitie was telefonisch niet gehoord.

De rechtbank beoordeelde of voldaan was aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling bleek dat betrokkene leed aan een schizo-affectieve stoornis en middelenmisbruik. Zijn gedrag leidde tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene onttrok zich aan zorg en nam zijn medicatie niet meer in. De psychiater gaf aan dat een klinische opname noodzakelijk was om betrokkene te stabiliseren en opnieuw in te stellen op medicatie.

De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg nodig was. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met de maatregelen van beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De beschikking werd mondeling gegeven op 18 mei 2020 door rechter L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 25 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596036 / FA RK 20-3184
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 18 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Suriname,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. H.M. Schwab te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 7 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door D. van der Meer, psychiater, van 1 april 2020;
 de zorgkaart van 5 maart 2020;
 het zorgplan van 28 februari 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de strafvorderlijke- en justitiële gegevens;
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 de hierboven genoemde advocaat;
 P. Terwindt, psychiater, verbonden aan Antes.
1.2.
Betrokkene is niet verschenen. Er is meerdere keren geprobeerd om telefonisch contact met hem te krijgen. De advocaat heeft zijn cliënt wel kunnen spreken en acht zich voldoende voorgelicht om een standpunt namens zijn cliënt in te nemen.
1.3.
De officier is telefonisch niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizo-affectieve stoornis en middelenmisbruik.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Betrokkene onttrekt zich aan de zorg en neemt zijn medicatie niet meer in. Hij is inmiddels uit zijn beschermde woonvorm vertrokken en leeft op straat. Hij is paranoïde en er zijn grootheidswanen vastgesteld door de onafhankelijk psychiater. Betrokkene denkt onder andere dat Nederland, Mark Rutte en koningin Máxima tegen hem zijn en dat hij de zoon van God is. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de psychiater dat ten tijde van de aanvraag de voorkeur uit ging naar een ambulante behandeling, maar dat dit inmiddels onmogelijk is nu betrokkene dakloos is en gestopt is met zijn medicatie. Een klinische opname is noodzakelijk om betrokkene te stabiliseren en om hem opnieuw in te stellen op de medicatie.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Om die reden is verplichte zorg nodig. Bij betrokkene is geen ziektebesef en –inzicht aanwezig. Hij is zelf van oordeel dat er niks aan de hand is en wil met rust gelaten worden. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van 6 maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 18 november 2020.
Deze beschikking is op 18 mei 2020 mondeling gegeven door mr. L.A.C. van Nifterick, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Veldthuis, griffier, en op 25 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open