ECLI:NL:RBROT:2020:4699

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 mei 2020
Publicatiedatum
28 mei 2020
Zaaknummer
8170076 CV EXPL 19-49824
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenzaken en de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op afstand in de energielevering

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, heeft Oxxio Nederland B.V. een consument, aangeduid als [gedaagde], aangeklaagd voor het niet betalen van een voorschotnota voor de levering van energie. De procedure begon met een dagvaarding op 6 november 2019, gevolgd door verschillende processtukken en zittingen. Oxxio vorderde een bedrag van € 96,34 aan hoofdsom, rente en buitengerechtelijke kosten, en stelde dat er een overeenkomst op afstand was gesloten voor de levering van energie. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat Oxxio niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de overeenkomst rechtsgeldig tot stand is gekomen, met name omdat er geen schriftelijke overeenkomst is overgelegd en niet is aangetoond dat de consument de benodigde informatie over de overeenkomst heeft ontvangen. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 17 januari 2020 al aangegeven dat de dagvaarding niet voldeed aan de eisen van artikel 21 Rv, en Oxxio kreeg de kans om dit te rectificeren. Ondanks de aanvullende stellingen van Oxxio, bleef de kantonrechter van mening dat de vordering onvoldoende was onderbouwd. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van Oxxio afgewezen en Oxxio in de proceskosten van de gedaagde veroordeeld, die tot op heden op nihil zijn begroot. Dit vonnis is uitgesproken op 15 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8170076 \ CV EXPL 19-49824
uitspraak: 15 mei 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Oxxio Nederland B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V. te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Oxxio” respectievelijk “ [gedaagde] ”.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 6 november 2019, met producties;
  • de aantekeningen van de rolzitting van 19 november 2019, alwaar [gedaagde] mondeling heeft geantwoord;
  • het tussenvonnis van 17 januari 2020;
  • de akte met producties aan de zijde van Oxxio, ter griffie ingekomen op 7 februari 2020;
  • de aantekeningen van de rolzitting van 12 maart 2020, alwaar [gedaagde] onder overlegging van een productie mondeling heeft gereageerd;
  • de akte uitlaten d.d. 23 maart 2020 aan de zijde van Oxxio.
1.2.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
Oxxio heeft met ingang van december 2015 energie geleverd op het adres van [gedaagde] : [adres] , [postcode] te Rotterdam.
2.2.
[gedaagde] is een consument.
2.3.
Oxxio bracht maandelijks voorschotbedragen in rekening bij [gedaagde] , die door [gedaagde] middels automatische incasso werden voldaan.
2.4.
Oxxio heeft op 16 november 2018 bij [gedaagde] de voorschotnota voor november 2018 ten bedrage van € 98,- in rekening gebracht.
2.5.
Oxxio heeft een incassogemachtigde ingeschakeld wegens het, ondanks betalingsherinneringen en aanmaningen, niet betalen van het nog openstaande voorschotbedrag voor november 2018 ten bedrage van € 96,34 door [gedaagde] .

3.De vordering

3.1.
Oxxio heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 96,34 aan hoofdsom, € 1,76 aan verschenen rente en € 40,00 aan buitengerechtelijke kosten te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 96,34 vanaf heden tot aan de dag van de algehele voldoening, alsmede [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding, daaronder begrepen een bedrag aan salaris voor de gemachtigden van Oxxio.
3.2.
Aan haar vordering heeft Oxxio naast de onder 2. vermelde vaststaande feiten - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag gelegd dat tussen Oxxio als leverancier en [gedaagde] als afnemer in of omstreeks november 2015 een overeenkomst voor de duur van drie jaar is gesloten ter zake van de levering van energie ten behoeve van het adres [adres] te Rotterdam. Op grond van de overeenkomst is [gedaagde] maandelijks een voorschotbedrag verschuldigd. Het drie jaar durende contract liep op 25 november 2018 af. Aangezien de overeenkomst met Oxxio per 26 november 2018 is geëindigd, is [gedaagde] nog wel voorschotnota voor november 2018 verschuldigd. Op de aan [gedaagde] verzonden eindnota van 24 december 2018 is een bedrag van € 1,66 in mindering gebracht, waarna nog een bedrag van € 96,34 resteert. Ondanks betalingsherinneringen en aanmaningen is [gedaagde] in gebreke gebleven met de betaling van de voorschotnota voor november 2018, waardoor Oxxio zich genoodzaakt zag haar vordering uit handen te geven aan haar gemachtigde.

4.Het verweer

[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende aangevoerd. Per 1 oktober 2018 heeft [gedaagde] de overstap gemaakt naar Energiedirect. Halverwege oktober heeft Oxxio een eindafrekening gestuurd, waaruit bleek dat € 0,16 door Oxxio aan [gedaagde] zou worden terug betaald. Op 25 september 2018, 25 oktober 2018 en 26 november 2018 heeft [gedaagde] telkens het termijnbedrag van
€ 98,- aan Oxxio betaald. [gedaagde] heeft aan zijn betalingsverplichtingen aan Oxxio voldaan en Oxxio heeft niets meer van hem te vorderen.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter verwijst naar en blijft bij hetgeen zij in het tussenvonnis van 17 januari 2020 heeft overwogen en heeft beslist. In het tussenvonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat de in het geding gebrachte dagvaarding onvoldoende informatie verschaft en daarmee niet aan de eisen van artikel 21 Rv voldoet. Oxxio is vervolgens alsnog in de gelegenheid gesteld de stellingen in de dagvaarding toe te lichten door alle inlichtingen te verstrekken die gevraagd worden in het bij het tussenvonnis gevoegde formulier en de daarin genoemde bewijsstukken in het geding te brengen.
5.2.
Op grond van de nadere stellingen van Oxxio stelt de kantonrechter vast dat sprake is van een overeenkomst op afstand. Gelet hierop dient ambtshalve onderzocht te worden of Oxxio, in het geval de overeenkomst op afstand of buiten verkoopruimte is gesloten na 13 juni 2014, zoals hier aan de orde, heeft voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit Afdeling 2b van Titel 5 van Boek 6 Burgerlijk Wetboek.
5.3.
Ingevolge artikel 6:230v lid 6 BW dient een overeenkomst op afstand tot het geregeld leveren van gas en elektriciteit die het gevolg is van een telefoongesprek schriftelijk te worden aangegaan. Dit is slechts anders als de consument de handelaar telefonisch op eigen initiatief benadert. Artikel 3:39 BW bepaalt dat rechtshandelingen die niet in de voorgeschreven vorm zijn verricht, nietig zijn.
5.4.
Oxxio heeft in haar akte na tussenvonnis gesteld dat sprake is van een overeenkomst op afstand, maar dat zij niet kan nagaan op welke wijze – telefonisch of via de website van Oxxio – de overeenkomst met [gedaagde] tot stand is gekomen. Zij stelt niet of er een schriftelijke overeenkomst tussen partijen is gesloten, terwijl dit uitdrukkelijk in het aan Oxxio toegezonden formulier is gevraagd. Bij de producties zit in ieder geval geen schriftelijke overeenkomst.
Dit betekent dat als de onderhavige overeenkomst tot stand via een telefoongesprek, sprake is van een nietige overeenkomst, omdat niet voldaan is aan de voorgeschreven schriftelijke vorm. Daarbij ziet de kantonrechter geen grond om uit te gaan van de uitzonderingssituatie waarbij de consument - in dit geval [gedaagde] - het initiatief heeft genomen om Oxxio telefonisch te benaderen, nu Oxxio dit niet heeft gesteld en dit ook niet anderszins is gebleken. Indien de overeenkomst online via de website van Oxxio is gesloten, dient Oxxio de op basis van artikel 6:230v lid 7 BW vereiste bevestiging van de overeengekomen afspraken te overleggen. Ook een dergelijke bevestiging ontbreekt bij de ingebrachte producties.
5.5.
Voorts dient in het geval de overeenkomst op afstand is gesloten vóór het sluiten van de overeenkomst op passende, duidelijke en begrijpelijke wijze de in artikel 6:230m lid 1 BW opgesomde informatie aan de consument worden verstrekt. Dat aan deze verplichting is voldaan dient door Oxxio gemotiveerd te worden gesteld en kan worden onderbouwd door bijvoorbeeld schermafdrukken van het daadwerkelijke bestelproces over te leggen. Het doel van deze wetgeving is de consument de mogelijkheid te geven een weloverwogen besluit te nemen over de verplichting die wordt aangegaan.
5.6.
In de onderhavige zaak kan niet worden beoordeeld of Oxxio heeft voldaan aan voornoemde informatieverplichtingen, omdat Oxxio weliswaar stelt dat zij [gedaagde] de benodigde informatie ten aanzien van de overeenkomst zoals de tarieven, de belastingen, vastrecht, de duur van de overeenkomst, de opzegmogelijkheid en de bedenktermijn heeft verstrekt, maar zij daarvan geen bewijs kan overleggen. Dit laatste komt voor risico van Oxxio.
5.7.
Oxxio heeft dan ook ter zake de langs elektronische weg gesloten overeenkomst op afstand haar vordering onvoldoende onderbouwd met alle voor de beslissing van belang zijnde feiten en stukken, waardoor de kantonrechter niet kan vaststellen voor welke duur de overeenkomst is aangegaan, per welke datum de overeenkomst is geëindigd en of [gedaagde] al dan niet het voorschotbedrag voor de maand november 2018 aan Oxxio verschuldigd is.
5.8.
Op grond van al het voorgaande wordt geconcludeerd dat de vordering van Oxxio niet toewijsbaar is. Al het overige dat door partijen is aangevoerd, kan verder onbesproken blijven.
5.9.
Oxxio wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, belast met de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op nihil.

6.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Oxxio in de proceskosten gevallen aan de zijde van [gedaagde] , tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.I. Mentink en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44483