ECLI:NL:RBROT:2020:4672

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 februari 2020
Publicatiedatum
27 mei 2020
Zaaknummer
8102054 MB VERZ 19-3213
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen sanctie voor het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, gaat het om een beroep tegen een opgelegde sanctie van € 230,00 voor het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden. De sanctie werd opgelegd op 30 oktober 2018, naar aanleiding van een incident dat plaatsvond op 22 oktober 2018 op de A15 te Barendrecht. Betrokkene heeft tegen de beschikking beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene op 14 mei 2019 beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de openbare zitting op 22 januari 2020 was betrokkene niet aanwezig, maar de officier van justitie was vertegenwoordigd door een medewerker van de CVOM.

De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat de termijnen en formaliteiten zijn nageleefd. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij geen mobiele telefoon heeft vastgehouden tijdens het rijden. De verbalisanten, die de overtreding hebben geconstateerd, hebben verklaard dat zij betrokkene in zijn vrachtwagen zagen rijden en dat hij een mobiele telefoon in zijn rechterhand hield. De kantonrechter heeft echter voldoende aanleiding gezien om aan de juistheid van de verklaring van de verbalisanten te twijfelen, vooral gezien de positie van de chauffeur in de hogere vrachtwagencabine. Hierdoor is het beroep gegrond verklaard.

De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking vernietigd. Tevens is bepaald dat het teveel betaalde bedrag aan zekerheid moet worden terugbetaald en is de officier van justitie veroordeeld tot betaling van € 656,25 aan proceskostenvergoeding aan betrokkene. Deze uitspraak is gedaan door mr. K.J. Bezuijen en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8102054 MB VERZ 19-3213
cjib-nummer: [cjib-nummer]
registratienummer: [registratienummer]
uitspraak: 5 februari 2020
uitspraak van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
betrokkene: [naam berokkene]
woonplaats: [woonplaats betrokkene]
gemachtigde: Boete.nu

1.Het verloop van de procedure

Bij inleidende beschikking van 30 oktober 2018 is aan betrokkene een sanctie opgelegd van € 230,00, vermeerderd met € 9,00 administratiekosten. De beschikking is opgelegd voor “als bestuurder tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthouden”, begaan op maandag 22 oktober 2018 om 14:14 uur te Barendrecht aan de A15 (feitcode R545).
Tegen deze beschikking is betrokkene op 7 december 2018 bij de officier van justitie in beroep gekomen.
De officier van justitie heeft het beroep van betrokkene ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 29 maart 2019 aan betrokkene verzonden.
Tegen de beslissing van de officier van justitie heeft betrokkene op 14 mei 2019 beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de openbare zitting van 22 januari 2020, waar namens de officier van justitie een vertegenwoordiger van de CVOM is verschenen. Betrokkene is, hoewel behoorlijk opgeroepen niet verschenen.

2.De beoordeling

2.1
De termijnen en formaliteiten voor de procedure bij de kantonrechter zijn in acht genomen.
2.2
Betrokkene heeft - kort samengevat - aangevoerd dat hij geen mobiele telefoon heeft vastgehouden tijdens het rijden.
2.3
De verbalisanten die de gedraging hebben geconstateerd, hebben de volgende ambtsedige verklaring afgelegd: “
Wij, verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] , zagen betrokkene in zijn vrachtwagen op de hoofdrijbaan van de Rijksweg A15 te Rotterdam rijden en zagen door de rechter zijruit van de cabine dat de chauffeur een mobiele telefoon in zijn rechterhand hield. Wij verbalisanten reden op rijstrook 1 van de parallelbaan van de Rijksweg A15 met gelijke snelheid. Wij hadden dus vrij zicht en doordat wij grotendeels in de zogenaamde dode hoek van hem reden, zag hij ons niet rijden. Wij zagen heel duidelijk dat hij een mobiele telefoon recht voor zich hield.”.
2.4
In beginsel dient van de juistheid van een op ambtseed of ambtsbelofte afgelegde verklaring te worden uitgegaan. In dit geval bestaat echter voldoende aanleiding om aan de juistheid van de verklaring van de verbalisanten te twijfelen. Die twijfel wordt ingegeven door het feit dat men vanuit een gewone auto niet zal kunnen zien of de chauffeur in een veel hogere vrachtwagencabine (op de linker bestuurdersstoel) een mobiele telefoon vasthoudt. De verbalisanten zijn hier niet afdoende op ingegaan. Het beroep is dan ook gegrond.
2.5
Het verzoek om een proceskostenvergoeding zal worden toegewezen. Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht komen in dit geval de kosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand voor vergoeding in aanmerking. De hoogte van de vergoeding zal gelet op het aantal door de gemachtigde van betrokkene verrichte proceshandelingen en met toepassing van wegingsfactor 0,5 worden vastgesteld op € 656,25.

3.De beslissing

De kantonrechter:
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt zowel de beslissing van de officier van justitie als de inleidende beschikking;
bepaalt dat wat te veel aan zekerheid is gesteld wordt terugbetaald;
veroordeelt de officier van justitie om aan betrokkene te betalen een bedrag van € 656,25 aan proceskostenvergoeding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare zitting.
43416
Wanneer de bij deze beslissing opgelegde sanctie meer bedraagt dan € 70,00 of uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard op grond van het niet tijdig stellen van zekerheid, staat ingevolge artikel 14 Wahv tegen deze uitspraak hoger beroep open binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het beroepschrift dient ingezonden te worden bij de kantonrechter (Postbus 50955, 3007 BS Rotterdam). Het is niet mogelijk om hoger beroep in te stellen per e-mail.
Datum toezending: