Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 28 mei 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in persoon procedeert. De eiser, Zilveren Kruis, vorderde betaling van een bedrag van € 631,61 van de gedaagde, bestaande uit onbetaalde zorgkosten, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde had een zorgverzekeringsovereenkomst met Zilveren Kruis en was in gebreke gebleven met de betaling van verschillende nota's.
De procedure begon met een dagvaarding op 6 december 2019, gevolgd door een mondelinge conclusie van antwoord en een conclusie van repliek. De gedaagde voerde verweer, stellende dat hij de nota's al had betaald en dat er sprake was van dubbele betaling. De kantonrechter oordeelde echter dat de gedaagde zijn verweer onvoldoende had onderbouwd. De rechter stelde vast dat de gedaagde niet had aangetoond dat hij de gevorderde bedragen had voldaan en dat de betalingsverplichting voortduurt.
De kantonrechter wees de vordering van Zilveren Kruis toe, inclusief de wettelijke rente en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt het belang van een goede onderbouwing van verweren in civiele procedures, vooral in zaken die betrekking hebben op betalingsverplichtingen uit zorgverzekeringsovereenkomsten.