Op 12 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek tot rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf van een cliënt, geboren op [geboortedatum cliënt], die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft de voortzetting van het verblijf in een geregistreerde accommodatie, Aafje, te Capelle aan den IJssel. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 12 mei 2020 gehouden, waarbij verschillende betrokkenen telefonisch zijn gehoord vanwege de coronamaatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt ernstig nadeel ondervindt door haar psychogeriatrische aandoening, wat leidt tot verwaarlozing en hinderlijk gedrag. De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van het verblijf noodzakelijk is om het ernstige nadeel te voorkomen en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn. De rechtbank verleent een machtiging voor de duur van één jaar, in afwijking van het verzoek van het CIZ voor vijf jaar. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Siemons en schriftelijk uitgewerkt op 18 mei 2020.