Op 12 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan schizofrenie, zwakbegaafdheid en een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en agressief gedrag. De betrokkene heeft in het verleden medicatie niet ingenomen, wat heeft geleid tot decompensatie en overlast in zijn woonomgeving. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er een goede samenwerking is tussen de betrokkene en zijn behandelaars, maar dat de betrokkene onvoldoende ziekte-inzicht heeft en niet bereid is om zorg op vrijwillige basis te accepteren.
De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) beoordeeld en geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, waarbij verplichte zorg kan worden verleend in de vorm van toediening van vocht, voeding en medicatie, evenals medische controles. De beschikking is mondeling gegeven door mr. A.C. Siemons en schriftelijk uitgewerkt op 18 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.