ECLI:NL:RBROT:2020:4652

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 mei 2020
Publicatiedatum
27 mei 2020
Zaaknummer
C/10/595652 / FA RK 20-2996
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot ambulante behandeling

Op 12 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan schizofrenie, zwakbegaafdheid en een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en agressief gedrag. De betrokkene heeft in het verleden medicatie niet ingenomen, wat heeft geleid tot decompensatie en overlast in zijn woonomgeving. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er een goede samenwerking is tussen de betrokkene en zijn behandelaars, maar dat de betrokkene onvoldoende ziekte-inzicht heeft en niet bereid is om zorg op vrijwillige basis te accepteren.

De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) beoordeeld en geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, waarbij verplichte zorg kan worden verleend in de vorm van toediening van vocht, voeding en medicatie, evenals medische controles. De beschikking is mondeling gegeven door mr. A.C. Siemons en schriftelijk uitgewerkt op 18 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595652 / FA RK 20-2996
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 12 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene]
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. J.P. Vandervoodt te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 28 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door A. Voogt-Bode, psychiater, van 23 april 2020;
  • de zorgkaart;
  • het zorgplan van 23 april 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
  • betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
  • [naam psychiater] , psychiater, verbonden aan Yulius.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, zwakbegaafdheid en een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van andere oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
In het verleden is gebleken dat betrokkene snel decompenseert als hij zijn medicatie niet inneemt. Betrokkene heeft zich in het verleden agressief en gewelddadig opgesteld. Ook heeft hij overlast veroorzaakt in zijn woonomgeving, goederen vernield en was er sprake van dakloosheid. De psychiater verklaart tijdens de mondelinge behandeling dat er in de afgelopen periode een goede samenwerking tussen betrokkene en zijn behandelaars is geweest. Ook is het psychiatrisch toestandsbeeld van betrokkene stabiel en heeft hij in het afgelopen jaar iets meer verantwoordelijkheid gekregen met betrekking tot zijn medicatie-inname. De psychiater acht het van belang dat de ambulante zorg op dezelfde manier wordt voortgezet met onderhavige machtiging.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. De psychiater verklaart tijdens de mondelinge behandeling dat betrokkene onvoldoende ziekte-inzicht heeft en onvoldoende gemotiveerd is om op vrijwillige basis de ambulante zorg voort te zetten. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis. Betrokkene heeft minimaal één keer in de twee weken contact met het FACT-team.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd tijdens de mondelinge behandeling. Daarnaast is gebleken dat betrokkene in 2017 voor het laatst opgenomen is geweest in een accommodatie en dat hij de gestelde voorwaarden naleeft.
De rechtbank overweegt dat indien een vorm van verplichte zorg die niet is toegewezen in de toekomst noodzakelijk is, tijdelijke verplichte zorg kan worden verleend als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz. Zo nodig, kan wijziging van de zorgmachtiging worden verzocht.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 12 november 2020.
Deze beschikking is op 12 mei 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Siemons, rechter, in tegenwoordigheid van S.S. Rigters, griffier, en op 18 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.