ECLI:NL:RBROT:2020:4616

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 mei 2020
Publicatiedatum
26 mei 2020
Zaaknummer
FT RK 20/142
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het faillissementsverzoek van Green Superfoods S.A.S. en De Los Angeles Investment S.A.S.

Op 19 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementszaak waarbij Green Superfoods S.A.S. en De Los Angeles Investment S.A.S. als verzoeksters optraden. De verzoeksters vroegen de faillietverklaring van een verweerster, die in een toestand verkeerde van niet kunnen betalen. Tijdens de procedure werd vastgesteld dat de verweerster een deel van de vorderingen had betaald, maar het overige deel gemotiveerd en gedocumenteerd betwistte. De rechtbank heeft op basis van summierlijk onderzoek geconcludeerd dat het verweer van de verweerster niet zonder redelijke kans van slagen is en dat de verzoeksters niet in staat zijn geweest om aan te tonen dat de betwisting van de vorderingen aanstonds verworpen dient te worden. Hierdoor kon de rechtbank niet uitgaan van een vorderingsrecht van de verzoeksters, wat leidde tot de afwijzing van het faillissementsverzoek. De uitspraak is gedaan in het kader van de Tijdelijk afwijkende regeling Insolventiezaken rechtbanken (TARIC) vanwege de Corona-crisis, waarbij de behandeling van het verzoekschrift schriftelijk en telefonisch is verlopen. De rechtbank heeft de verzoeksters en verweerster geïnformeerd over de procedure en de standpunten zijn ter zitting besproken. De beslissing om het verzoek tot faillietverklaring af te wijzen is genomen op basis van de feiten en omstandigheden die zijn gepresenteerd tijdens de zittingen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
Rekestnummer: [nummer]
BESCHIKKING op het verzoek van:
GREEN SUPERFOODS S.A.S
gevestigd te Armenia, Quindio, Colombia
en
DE LOS ANGELES INVESTMENT S.A.S.
gevestigd te Bucaramanga, Santander, Colombia,
verzoeksters
advocaat: mr. J. de Pijper
strekkende tot faillietverklaring van:
[bedrijf]
gevestigd te [plaats]
verweerster,
advocaat: mr. J. Zijlstra.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 14 april 2020 is de behandeling aangehouden naar 28 april 2020 en vervolgens op verzoek van partijen aangehouden naar 12 mei 2020.
De rechtbank heeft met toepassing van de Tijdelijk afwijkende regeling Insolventiezaken rechtbanken vanwege de bijzondere omstandigheden door de Corona-crisis (hierna: TARIC), verzoeksters en verweerster schriftelijk geïnformeerd over de behandeling van onderhavig verzoekschrift ter zitting van 12 mei april 2020 onder toezending van een formulier waarop verzoeksters en verweerster hun standpunt naar voren konden brengen, met de mededeling dat dit formulier uiterlijk voor 14:00 uur op de dag voorafgaande aan de behandeling door de griffie dient te zijn ontvangen.
Van verzoeksters en verweerster zijn de voornoemde formulieren met bijlagen ontvangen ter griffie van deze rechtbank.
Ter zitting van 12 mei 2020 zijn, conform TARIC, telefonisch gehoord:
  • mr. J. de Pijper, advocaat van verzoeksters;
  • mr. J. Zijlstra en mr. H. Postma, advocaten van verweerster,
Green Superfoods S.A.S en De Los Angeles Investment S.A.S. zullen gezamenlijk worden aangeduid als verzoekster, maar afzonderlijk van elkaar als GSF en DLA.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Standpunten

Verzoeksters hebben het faillissement van verweerster aangevraagd stellende dat verweerster verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen nu zij zowel de vordering van verzoeksters, ad USD 57.302 (DLA) en USD 584.814 (GSF), als andere vorderingen onbetaald laat.
Verweerster betwist de vorderingen ten dele. De onbetwiste delen van de vorderingen, zijnde USD 200.163 (GSF) en USD 17.173,61 (DLA) zijn na de behandeling op 14 april 2020 voldaan. De andere delen van de vorderingen wordt gemotiveerd betwist en partijen zijn daarover in onderhandeling. Als partijen daar niet uitkomen is de normale civiele procedure de juiste weg om te bewandelen, aldus verweerster.

3.De beoordeling

Ingevolge artikel 6, lid 3 van de Faillissementswet (hierna Fw) wordt de faillietverklaring uitgesproken, indien summierlijk blijkt van het bestaan van feiten en omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar verkeert in een toestand dat hij heeft opgehouden te betalen en, als een schuldeiser het verzoek doet, ook van het vorderingsrecht van deze. Van de hiervoor bedoelde feiten en omstandigheden blijkt in het algemeen indien sprake is van pluraliteit van schuldeisers terwijl tenminste één vordering opeisbaar is.
Tijdens de behandeling van het faillissementsverzoek had na een kort, eenvoudig onderzoek van de vordering van verzoeksters moeten blijken. Verweerster heeft de vorderingen deels betaald en het overige deel gemotiveerd en gedocumenteerd betwist. Verzoeksters zijn er niet in geslaagd aan te tonen dat deze betwisting aanstonds verworpen dient te worden. Op basis van summierlijk onderzoek kan thans niet worden geconcludeerd dat het verweer van verweerster in een bodemprocedure zonder redelijke kans van slagen is. Dit maakt dat de rechtbank thans niet kan uitgaan van een vorderingsrecht van verzoeksters, zodat het verzoek reeds op die grond wordt afgewezen en verder onderzoek achterwege kan blijven.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot faillietverklaring.
Deze beschikking is op 19 mei 2020 gegeven door mr. J.C.A.T. Frima, rechter, in aanwezigheid van mr. J.J.P. van Wieringen, griffier.. [1]

Voetnoten

1.