ECLI:NL:RBROT:2020:4614

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 mei 2020
Publicatiedatum
26 mei 2020
Zaaknummer
20-215
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementsaanvraag door MVO Solutions B.V. tegen R. Genegel B.V. met betrekking tot betalingsonmacht

Op 19 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure tussen MVO Solutions B.V. en R. Genegel B.V. MVO Solutions B.V. heeft verzocht om de faillietverklaring van R. Genegel B.V. op basis van het feit dat deze laatste in een toestand verkeert waarin zij heeft opgehouden te betalen. MVO Solutions B.V. heeft een vordering van € 22.207,72 ingediend, evenals andere onbetaalde vorderingen. R. Genegel B.V. heeft betwist dat zij contractspartij is, en heeft aangevoerd dat de overeenkomst met R. Genegel Afbouw B.V. is gesloten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de facturen en inleenovereenkomsten R. Genegel B.V. als contractspartij vermelden, en dat de checklist facturatie die door R. Genegel B.V. is overgelegd niet als bewijs kan dienen, omdat deze eenzijdig is bewerkt door de bestuurder van R. Genegel B.V.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er summierlijk bewijs is van het vorderingsrecht van MVO Solutions B.V. en dat R. Genegel B.V. in een toestand verkeert waarin zij heeft opgehouden te betalen. De rechtbank heeft R. Genegel B.V. in staat van faillissement verklaard en mr. B.A. Cnossen benoemd tot rechter-commissaris en mr. B.C. Doolaard tot curator. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
Insolventienummer: [nummer]
Uitspraak: 19 mei 2020
VONNIS op het op 13 maart 2020 ingekomen verzoekschrift, met bijlage(n), van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MVO SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Doetinchem,
verzoekster,
advocaat mr. A.P. van Elswijk,
strekkende tot faillietverklaring van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
R. GENEGEL B.V.,
kantoorhoudende te Bovenstraat 254,
3077 BL Rotterdam,
statutair gevestigd te Rotterdam,
advocaat: mr. C. Teiwes,
verweerster.

1.De procedure

De rechtbank heeft met toepassing van de Tijdelijk afwijkende regeling Insolventiezaken rechtbanken vanwege de bijzondere omstandigheden door de Corona-crisis (hierna: TARIC), verzoekster en verweerster schriftelijk geïnformeerd over de behandeling van onderhavig verzoekschrift ter zitting van 12 mei april 2020 onder toezending van een formulier waarop verzoekster en verweerster hun standpunt naar voren konden brengen, met de mededeling dat dit formulier uiterlijk voor 14:00 uur op de dag voorafgaande aan de behandeling door de griffie dient te zijn ontvangen.
Van verzoekster en verweerster zijn de voornoemde formulieren met bijlagen ontvangen ter griffie van deze rechtbank.
Ter zitting van 12 mei 2020 zijn, conform TARIC, telefonisch gehoord:
  • mr. H.A.P. Pijnacker, namens mr. A.P. van Elswijk, advocaat van verzoekster;
  • mr. C. Teiwes, advocaat van verweerster,
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De standpunten

Verzoekster heeft het faillissement van verweerster aangevraagd stellende dat verweerster verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen nu zij zowel de vordering van verzoekster ad € 22.207,72, als andere vorderingen onbetaald laat. Verzoekster heeft een aantal inleenovereenkomsten, facturen en correspondentie overgelegd waaruit blijkt dat R. Genegel B.V. als contractspartij van verzoekster kan worden aangemerkt. De steunvorderingen bestaan uit schulden aan de Belastingdienst ad € 23.164,76 en aan Vitesse Vorkheftrucks B.V. ad € 471,90.
Verweerster geeft aan dat verzoekster geen overeenkomst heeft met verweerster maar met R. Genegel Afbouw B.V. Ter onderbouwing van haar standpunt legt verweerster, onder meer, een checklist facturatie over waaruit blijkt dat de tenaamstelling luidt: R. Genegel Afbouw B.V. Verweerster heeft aangeboden de hoofdsom in termijnen te voldoen, maar dan moet wel door verzoekster erkend worden dat de overeenkomst is aangegaan met R. Genegel Afbouw B.V. en zij ook de schuldenaar is. Ten aanzien van de steunvorderingen heeft verweerster verklaard dat deze haar niet bekend zijn.
Door verzoekster is voornoemd voorstel niet geaccepteerd.

3.De beoordeling

De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van verweerster in Nederland ligt.
Ingevolge artikel 6 lid 3 van de Faillissementswet wordt de faillietverklaring uitgesproken indien summierlijk blijkt van het bestaan van feiten en omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar verkeert in een toestand dat hij heeft opgehouden te betalen en, als een schuldeiser het verzoek doet, ook van het vorderingsrecht van deze.
Verweerster heeft ter zitting het onbetaald laten van de facturen niet betwist, waarmee het bestaan van de hoofdsom is vast komen te staan. Aan het verweer dat verweerster geen contractspartij is, gaat de rechtbank voorbij nu verweerster wordt genoemd in de onderliggende inleenovereenkomsten, die door beide partijen zijn ondertekend, en de facturen. De checklist facturatie waarnaar verweerster verwijst kan niet als onderbouwing voor haar standpunt dienen, nu dat document door (de bestuurder van) verweerster zelf met pen is bewerkt (R. Genegel B.V. is veranderd in R. Genegel Afbouw B.V.) en dat document eenzijdig is ondertekend door [naam] , bestuurder van verweerster. Het feit dat (enkele) facturen van verzoekster kennelijk zijn voldaan door R. Genegel Afbouw B.V. maakt niet dat R. Genegel Afbouw B.V. contractspartij zou zijn.
De door verzoekster aangevoerde en onderbouwde steunvorderingen worden niet gemotiveerd door verweerster betwist. Gezien het voorgaande staat de pluraliteit van schuldeisers vast.
De rechtbank oordeelt dat summierlijk is gebleken van het vorderingsrecht van verzoekster en van het bestaan van feiten of omstandigheden die aantonen dat verweerster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart R. Genegel B.V. voornoemd in staat van faillissement;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. B.A. Cnossen, lid van deze rechtbank;
- stelt aan tot curator mr. B.C. Doolaard, advocaat te Rotterdam;
- geeft last aan de curator tot het openen van brieven en telegrammen aan de gefailleerden gericht.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J.C.A.T. Frima, rechter, en in aanwezigheid van
Mr. J.J.P. van Wieringen, griffier, in het openbaar uitgesproken op 19 mei 2020 te 10.00 uur. [1]
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.