ECLI:NL:RBROT:2020:4611

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 mei 2020
Publicatiedatum
26 mei 2020
Zaaknummer
C/10/596115 / FA RK 20-3214
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in aansluiting op crisismaatregel voor betrokkene met bipolaire stoornis

Op 14 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene met een bipolaire stoornis. De officier van justitie in het arrondissement Rotterdam heeft op 7 mei 2020 een verzoekschrift ingediend voor de zorgmachtiging, in aansluiting op een eerder verleende crisismaatregel. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. E.A.E.G.J. Libosan, aanwezig waren. Vanwege de coronamaatregelen zijn enkele betrokkenen telefonisch gehoord, waaronder psychiater O.J. Hoskam en AIOS S. Bouvy.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene heeft een geschiedenis van gedwongen opnames en vertoont zorgmijdend gedrag. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 14 november 2020, en bepaalt dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter G.P. van de Beek en schriftelijk uitgewerkt op 25 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596115 / FA RK 20-3214
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 14 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in GGZ Delfland, locatie Dr. Noletstraat te Schiedam,
advocaat mr. E.A.E.G.J. Libosan te Den Haag.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 7 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de beschikking van 16 april 2020 van deze rechtbank;
 de medische verklaring opgesteld door M.N. Lekkerkerker, psychiater, van 6 mei 2020;
 het zorgplan van 29 april 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
 O.J. Hoskam, psychiater, en
 S. Bouvy, AIOS, beiden verbonden aan GGZ Delfland.
1.3.
De officier is niet telefonisch ter zitting gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 16 april 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 7 mei 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten bipolaire-stemmingsstoornissen.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang alsmede de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van andere oproept.
Betrokkene kent een langdurig verleden binnen de GGZ met meerdere gedwongen opnames vanwege manisch psychotische decompensaties. Betrokkene is op 14 april jl. met een crisismaatregel opgenomen. Voorafgaand aan de opname waren er meerdere meldingen van (buurt) overlast, was er sprake van zelfverwaarlozing en weinig slaap. Binnen de kliniek na de opname was betrokkene psychomotorisch onrustig en was er sprake van toenemende dysfore stemming, ontremming, hallucinaties en wanen. Het psychische functioneren kan bij betrokkene binnen een korte periode snel achteruitgaan. In deze fase is betrokkene zorgmijdend, waardoor haar toestandsbeeld meer verslechterd en het herstel daarvan een langere periode in beslag neemt.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. De AIOS verklaart ter zitting dat de situatie van betrokkene sinds de opname inmiddels snel is verbeterd. De psychose is grotendeels verbleekt en met de medicatie is de bipolaire stoornis onder controle. Op 20 mei aanstaande is er een overleg met betrokkene en haar moeder en de ambulante hulp over het ontslagtraject. Betrokkene kan dan weer naar huis met de inzet van ambulante zorg. Volgens de psychiater kan er met een zorgmachtiging snel ingegrepen worden in geval van een crisissituatie om zo ernstige complicaties te voorkomen.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Uit de stukken en de toelichting ter zitting blijkt dat op dit moment de vormen van verplichte zorg gericht op een opname, vooralsnog niet noodzakelijk zijn. Betrokkene verblijft tot 20 mei aanstaande op vrijwillige basis in de kliniek en kan dan naar huis. De rechtbank bepaalt dat de vormen van verplichte zorg ten aanzien van een opname enkel zullen mogen worden toegepast indien op dat moment de overige vormen van verplichte zorg niet langer toereikend zijn om het ernstig nadeel af te wenden en de opname alsdan wordt gerechtvaardigd door een actuele, onafhankelijke medische verklaring. Betrokkene en diens raadsman hebben hiermee ingestemd.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie;
 het verrichten van medische controles;
 het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid, in geval van een opname;
 het insluiten, in geval van een opname;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene, in geval van een opname;
 opnemen in een accommodatie, in geval van een opname.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 14 november 2020.
Deze beschikking is op 14 mei 2020 mondeling gegeven door mr. G.P. van de Beek, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 25 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.