ECLI:NL:RBROT:2020:4574

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 april 2020
Publicatiedatum
25 mei 2020
Zaaknummer
C/10/594409 / FA RK 20-2391
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot psychische stoornis en medicatie-inname

Op 16 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een depressieve stoornis met psychotische kenmerken en niet-aangeboren hersenletsel. De betrokkene, die verblijft in verpleeghuis Dubbelmonde te Dordrecht, heeft zijn medicatie gestaakt, wat leidde tot een psychotische depressie en een verhoogd risico op levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

Tijdens de mondelinge behandeling is de betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat, en is er een psychiater aanwezig geweest. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling op vrijwillige basis te accepteren, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen die getroffen kunnen worden, waaronder het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van de betrokkene.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter A. Buizer en schriftelijk uitgewerkt op 23 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594409 / FA RK 20-2391
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 16 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboroteplaats betrokkene] , Ethiopië,
hierna: betrokkene,
wonende en thans verblijvende in verpleeghuis Dubbelmonde te Dordrecht,
advocaat mr. S. Kandemir te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 3 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door drs. M.E.C. Neve, psychiater, van 27 maart 2020;
 de zorgkaart van 31 maart 2020;
 het zorgplan van 17 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de tijdelijke regeling F&J rechtbanken in verband met het coronavirus) telefonisch, met behulp van een tolk in de Somalische taal, gehoord:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 drs. P. Schoof, psychiater, verbonden aan Yulius.
1.3.
De officier is niet telefonisch gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend. Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een depressieve stoornis met psychotische kenmerken en niet-aangeboren hersenletsel.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en ernstige verwaarlozing. Bij betrokkene is er sprake van verminderd cognitief functioneren, waardoor hij in een verpleeghuis verblijft. Nadat betrokkene zijn medicatie had gestaakt heeft hij een psychotische depressie doorgemaakt. Deze psychotische episodes kunnen snel ontstaan als betrokkene zijn medicatie niet inneemt en kunnen hem volledig ontregelen. Er kan dan sprake zijn van suïcidale gedachten, sociale isolatie, een gebrek aan zelfzorg, angst en achterdocht. De psychotische depressie heeft ertoe geleid dat betrokkene tijdelijk opgenomen is geweest in een accommodatie. Tijdens deze opname is hij opnieuw ingesteld op medicatie, waardoor hij is hersteld. Tijdens de mondelinge behandeling verblijft betrokkene weer in het verpleeghuis. Het gaat op dit moment goed met betrokkene, dit wordt ook bevestigd door de psychiater tijdens de mondelinge behandeling. Om een psychotische decompensatie in de toekomst te voorkomen wordt het noodzakelijk geacht dat er controle is op de medicatie-inname van betrokkene en dat hij deel blijft nemen aan het dagprogramma in het verpleeghuis.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
De rechtbank gaat ervan uit dat de wetgever heeft beoogd dat zorgverlening ter voorkoming van ernstig nadeel mogelijk moet zijn. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg opgenomen worden in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval dient te worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
‘Reguliere verplichte zorg’De rechtbank acht de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk gedurende
zes maanden:
 het toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis;
 het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
‘Verplichte zorg in crisissituaties’In crisissituaties mag binnen de komende zes maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg:
 het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gevaarlijke voorwerpen;
 het opnemen in een accommodatie.
Bij betrokkene kan een
crisissituatieals volgt worden gedefinieerd. Wanneer betrokkene stopt met medicatie en/of middelen gebruikt wordt een toename van psychotische klachten waargenomen. Het is dan van belang om snel in te kunnen grijpen met een klinische opname waar betrokkene weer adequaat kan worden ingesteld op medicatie. Tijdens een psychotische decompensatie kan betrokkene ernstig in de war raken en dreigend zijn naar zichzelf en anderen. Het is daarom belangrijk om in deze gevallen zijn verblijfsruimte te kunnen controleren op scharen, messen en andere gevaarlijke voorwerpen.
Als het gaat om opneming geruime tijd nadat de zorgmachtiging is verleend, moet aan die vrijheidsbeneming een recente medische beoordeling ten grondslag liggen. Het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens verlangt altijd een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek bij vrijheidsbeneming als deze. De nadere uitleg gegeven door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (zie onder meer EHRM 24 september 1992, Herczegfalvy v. Austria, 10533/83, r.o. 63 en EHRM 5 oktober 2000, Varbanov v. Bulgaria, 31365/96, r.o. 47.
In de praktijk betekent dit dat bij een vrijheidsbeneming van betrokkene na
vier maanden vanaf hedende zorgaanbieder uitvoering dient te geven aan een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek. Dat mag door de geneesheer-directeur plaatsvinden, mits hij niet bij de behandeling betrokken is.
‘Overige verzochte verplichte zorg ofwel verplichte zorg in noodsituaties’De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding en het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
Voor andere verplichte zorg waarin deze zorgmachtiging niet voorziet, kan dit slechts in noodsituaties worden toegepast. Dit gaat om incidentele verplichte zorg onder strikte voorwaarden als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
2.2.3.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft geen ziektebesef en –inzicht, waardoor hij in het verleden zijn medicatie heeft gestaakt. Dit kan leiden een snelle en ernstige decompensatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 16 oktober 2020.
Deze beschikking is op 16 april 2020 mondeling gegeven door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Jelicic, griffier, en op 23 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.