ECLI:NL:RBROT:2020:4540
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake sluiting woning na aantreffen hennepkwekerij
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 mei 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeksters, die de sluiting van hun woning door de burgemeester van Dordrecht aanvechten. De burgemeester had besloten de woning voor drie maanden te sluiten na het aantreffen van een professionele hennepkwekerij met 234 hennepplanten. Verzoeksters, die de bewoners en eigenaar van de woning zijn, hebben bezwaar gemaakt tegen deze sluiting en verzochten de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld zonder fysieke zitting, maar via telefonische hoorzittingen op 8 mei 2020.
De voorzieningenrechter overweegt dat de burgemeester op grond van artikel 13b van de Opiumwet bevoegd is om tot sluiting over te gaan en dat hij daarbij beleidsvrijheid heeft. De rechter dient de invulling van deze bevoegdheid met terughoudendheid te toetsen. In dit geval is vastgesteld dat er verzwarende omstandigheden aanwezig zijn, zoals het aantal aangetroffen hennepplanten en de illegale aftap van elektriciteit. Verzoeksters hebben aangevoerd dat de burgemeester niet goed heeft gemotiveerd waarom in hun geval van een waarschuwing is afgeweken, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester de sluiting gerechtvaardigd heeft kunnen achten.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de sluiting noodzakelijk en evenredig is. De belangen van verzoeksters wegen niet op tegen de algemene belangen die gediend zijn met de sluiting van de woning. De voorzieningenrechter benadrukt dat de sluiting ook een signaal afgeeft aan de buurt dat er geen criminele activiteiten meer plaatsvinden vanuit de woning. De uitspraak is gedaan in het kader van bestuursrecht en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.