ECLI:NL:RBROT:2020:4485

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 mei 2020
Publicatiedatum
19 mei 2020
Zaaknummer
8319760 CV EXPL 20-5189
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Regelingsovereenkomst tussen Stichting Woonbron en gedaagde

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is een regeling getroffen tussen de eiseres, Stichting Woonbron, en de gedaagde, die zelf procedeert. De procedure begon met een dagvaarding op 5 februari 2020, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis op 10 maart 2020, waarin een mondelinge behandeling werd bepaald. Op 23 april 2020 heeft Woonbron de kantonrechter geïnformeerd over de gemaakte afspraken tussen partijen, die schriftelijk zijn vastgelegd. De kantonrechter heeft op 29 mei 2020 uitspraak gedaan, waarbij de gemaakte afspraken zijn opgenomen in het vonnis.

De kantonrechter heeft in zijn beslissing vastgesteld dat partijen de regeling, zoals opgenomen in de brief van Woonbron, hebben getroffen. Tevens is bepaald dat de proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting door mr. M. Fiege.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8319760 CV EXPL 20-5189
uitspraak: 29 mei 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de stichting
Stichting Woonbron,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Woonbron’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 5 februari 2020, met producties;
de conclusie van antwoord, met producties;
het tussenvonnis van 10 maart 2020 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
de brief van Woonbron met daarin de gemaakte (betaal)afspraken van 23 april 2020.
Het vonnis is bepaald op heden.

2..De beoordeling

2.1
Woonbron heeft de kantonrechter per brief op 23 april 2020 bericht dat partijen een regeling hebben getroffen. Partijen hebben de door hen gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd en zij hebben vervolgens de kantonrechter verzocht om de afspraken uit de brief op te nemen in een vonnis.
2.2
Gelet op de getroffen regeling worden de proceskosten gecompenseerd.

3..De beslissing

De kantonrechter
:
verstaat dat partijen de navolgende regeling (zoals opgenomen in de brief van 23 april 2020 van Woonbron) hebben getroffen:
veroordeelt partijen deze regeling, voor zover die nog niet is uitgevoerd, na te komen;
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44236