ECLI:NL:RBROT:2020:4439

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
19 mei 2020
Zaaknummer
10/278724-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens ziekelijke stoornis na belaging en valse bommelding

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 20 mei 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die gedurende een periode van bijna een jaar twee aangevers veelvuldig heeft lastiggevallen. De verdachte beschuldigde hen vanuit zijn waan van betrokkenheid bij de vermissing en/of het overlijden van een ex-partner van een van hen. Daarnaast heeft hij een derde aangever meerdere weken belaagd en beschuldigd van vastgoedfraude. Toen de verdachte gefrustreerd raakte in zijn pogingen om aangifte te doen bij de politie, deed hij via het alarmnummer 112 een valse bommelding. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet strafbaar was, omdat de bewezen feiten hem niet konden worden toegerekend wegens een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en een terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd.

De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met rapporten van deskundigen die bevestigden dat de verdachte leed aan een bipolaire stemmingsstoornis met psychotische kenmerken. De deskundigen concludeerden dat de verdachte ten tijde van de feiten niet in staat was om zijn wil in vrijheid te bepalen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de aangevers meegewogen in haar beslissing om de terbeschikkingstelling op te leggen, met als doel de veiligheid van anderen te waarborgen en het recidivegevaar te beperken. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling vastgesteld, waaronder het verbod op contact met de aangevers en de verplichting tot behandeling.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/278724-19
Datum uitspraak (bij vervroeging): 20 mei 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode] [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de penitentiaire inrichting Haaglanden,
raadsvrouw mr. D.A.Y. Jacques, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 8 mei 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.A.S.E. Maandag heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 primair, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde;
  • ontslag van alle rechtsvervolging van de verdachte;
  • oplegging van de maatregel ter beschikkingstelling met voorwaarden, met bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De ten laste gelegde feiten zijn door de verdachte bekend en zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij in de periode van 22 december 2018 tot en met 19 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 1] , door in die periode
-veelvuldig e-mailberichten te sturen en
-e-mailberichten en Facebook Messengerberichten te sturen aan het bedrijf van die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] genaamd [naam bedijf] en politierechercheurs en de paardenvereniging [naam paardenvereniging 1] en [naam paardenvereniging 2] en Veilig Thuis en Antesgroep en omroep SBS6 en andere ontvangers waarin verdachte die [naam slachtoffer 1] beschuldigt van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en
-een bericht te plaatsen op een openbaar Facebook account waarin die [naam slachtoffer 1] beschuldigd wordt van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en
-een filmpje te maken waarin die [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 1] worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en vervolgens dat filmpje via een openbaar Facebook-account te verspreiden en
-zich op te houden nabij de woning van die [naam slachtoffer 1]
met het oogmerk die [naam slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2
hij op 19 november 2019 te Rotterdam en/of Dordrecht, althans in Nederland gegevens heeft doorgegeven, met het oogmerk een ander ten onrechte te doen geloven dat
op een al dan niet voor het publiek toegankelijke plaats een voorwerp aanwezig was, waardoor een ontploffing kon worden teweeggebracht, immers heeft hij, verdachte, het noodnummer 112 gebeld en medegedeeld dat hij een bom van een halve kilo met een bepaalde stof had neergelegd bij het politiebureau in Dordrecht en dat hij zich
bedreigd voelde door het politiebureau Dordrecht en dat hij een bom had neergelegd om zich zelf te beschermen en dat de stof Karsentaniel in de bom zou zitten;
3
hij in de periode van 11 oktober 2019 tot en met 17 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, wederrechtelijk
stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 3] , door in die periode
-e-mailberichten te sturen naar het e-mailadres van het bedrijf van die [naam slachtoffer 3] en
-e-mailberichten gericht aan die [naam slachtoffer 3] tevens te versturen naar anderen waaronder collega's van die [naam slachtoffer 3] werkzaam bij het bedrijf [naam bedrijf] en rechercheurs van de politie, de griffie van de gemeenteraad in Zwijndrecht, de Rabobank, [naam slachtoffer 2] en de moeder van [naam persoon 1] waarin die [naam slachtoffer 3] beschuldigd wordt van fraude en corruptie en
-een klacht in te dienen bij de Rabobank waarin verdachte stelt dat die [naam slachtoffer 3] frauduleuze handelingen heeft verricht en
-naar de woning van die [naam slachtoffer 3] te gaan en zich nabij de woning van die [naam slachtoffer 3] op te houden
met het oogmerk die [naam slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
4
hij in de periode van 22 december 2018 tot en met 19 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk
stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 2] , door in die periode
- te bellen en
- te bellen waarbij hij zich voordeed als politie rechercheur en dokter en
- e-mailberichten en whatsappberichten en iMessageberichten te sturen en
- e-mailberichten te sturen aan de collega's van die [naam slachtoffer 2] en het bedrijf van die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] genaamd [naam bedijf] en [naam paardenvereniging 2] en politierechercheurs en privé-rechercheur [naam slachtoffer 4] en Antesgroep en de paardenvereniging [naam paardenvereniging 1] en Veilig Thuis en omroep SBS6 en Peter R. de
Vries en andere bekenden van die [naam slachtoffer 2] waarin verdachte die [naam slachtoffer 2] beschuldigt van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en
- een brief te versturen naar die [naam slachtoffer 2] en
- iMessageberichten te versturen aan die [naam slachtoffer 2] waarin verdachte zich voordoet als [naam persoon 1] en
- een filmpje te maken waarin die [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 1] worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en vervolgens dat filmpje via een openbaar Facebook-account te verspreiden en
-zich op te houden nabij de woning van die [naam slachtoffer 2]
met het oogmerk die [naam slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
5
hij in de periode van 22 december 2018 tot en met 19 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [naam slachtoffer 1] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door in die periode
-e-mailberichten en Facebook Messengerberichten te sturen aan het bedrijf van die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] genaamd [naam bedijf] en [naam paardenvereniging 2] en de politierechercheurs en de paardenvereniging [naam paardenvereniging 1] en Veilig Thuis en Antesgroep en omroep SBS6 en andere ontvangers waarin verdachte die [naam slachtoffer 1]
beschuldigt van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en
-een bericht te plaatsen op een openbaar Facebook account waarin die [naam slachtoffer 1] beschuldigd wordt van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en
-een filmpje te maken waarin die [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 1] worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en vervolgens dat filmpje via een openbaar Facebook-account te verspreiden;
6
hij in de periode van 11 oktober 2019 tot en met 17 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [naam slachtoffer 3] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door
-e-mailberichten te sturen naar het e-mailadres van het bedrijf van die [naam slachtoffer 3] en
-e-mailberichten gericht aan die [naam slachtoffer 3] tevens te versturen naar anderen waaronder collega's van die [naam slachtoffer 3] werkzaam bij het bedrijf [naam bedrijf] en rechercheurs van de politie, de griffie van de gemeenteraad in Zwijndrecht, de Rabobank, [naam slachtoffer 2] en de
moeder van [naam persoon 1] waarin die [naam slachtoffer 3] beschuldigd wordt van fraude en corruptie en
-een klacht in te dienen bij de Rabobank waarin verdachte stelt dat die [naam slachtoffer 3] frauduleuze handelingen heeft verricht;
7
hij in de periode van 22 december 2018 tot en met 19 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [naam slachtoffer 2] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door in die periode
- e-mailberichten te sturen aan het bedrijf van die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] genaamd [naam bedijf] en de collega's van die [naam slachtoffer 2] en privé-rechercheur [naam slachtoffer 4] en politierechercheurs en de paardenvereniging [naam paardenvereniging 1] en [naam paardenvereniging 2] en Veilig Thuis en Antesgroep en omroep SBS6 en Peter R. de Vries en andere bekenden van die [naam slachtoffer 2] waarin verdachte die [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 1] beschuldigt van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en
-een filmpje te maken waarin die [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 1] worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en vermissing van [naam persoon 1] en vervolgens dat filmpje via een openbaar Facebook-account te verspreiden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Ten aanzien van feit 1, feit 3 primair en feit 4:
Belaging, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 2:
gegevens doorgeven met het oogmerk een ander ten onrechte te doen geloven dat op een al dan niet voor het publiek toegankelijke plaats een voorwerp aanwezig is waardoor een ontploffing kan worden teweeggebracht
Ten aanzien van feit 5, feit 6 en feit 7 telkens:
smaadschrift, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

6.1.
Standpunten verdediging en officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat het plegen van de strafbare feiten hem niet kan worden toegerekend vanwege een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. De raadsvrouw heeft zich daarbij aangesloten.
6.2.
Beoordeling
Ten aanzien van de strafbaarheid van de verdachte heeft de rechtbank gelet op het rapport van psychiater B.A. Blansjaar, gedateerd 10 februari 2020, en het rapport van psycholoog N. van der Weegen, 28 februari 2020.
In de rapporten concluderen de deskundigen dat de verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een bipolaire stemmingsstoornis met psychotische kenmerken. Ook ten tijde van het ten laste gelegde leed de verdachte aan deze ziekelijke stoornis. De ziekelijke stoornis beïnvloedde verdachtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde. De ten laste gelegde feiten zijn geheel voortgekomen uit een manische ontremming met controleverlies en uit door de verdachte met waanzekerheid beleefde achtervolgings- en betrekkingsdenkbeelden. De verdachte werd volledig in beslag genomen en gedreven door zijn wanen en was niet in staat zijn wil in vrijheid te bepalen. Zowel de psychiater als de psycholoog adviseren daarom de verdachte de ten laste gelegde feiten in het geheel niet toe te rekenen.
Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare.
6.3.
Conclusie
De verdachte is niet strafbaar, nu de bewezen feiten hem wegens een ziekelijke stoornis van de geestvermogens niet kunnen worden toegerekend, en zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

7..Motivering maatregel

7.1.
Algemene overweging
De maatregel die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de maatregel is gebaseerd
De verdachte heeft gedurende een periode van iets minder dan een jaar zijn ex-partner [naam slachtoffer 2] en haar huidige partner [naam slachtoffer 1] veelvuldig lastig gevallen en hen vanuit zijn waan beschuldigd van betrokkenheid bij de vermissing en/of het overlijden van [naam persoon 1] , met wie [naam slachtoffer 1] tot haar verdwijnen in 2014 eerder een relatie had. Gedurende deze periode heeft de verdachte vele beschuldigende berichten aan de beide aangevers gestuurd en heeft hij deze berichten in kopie en via social media ook aan een groot aantal andere personen doen toekomen. Hij plaatste daarnaast een door hem vervaardigde video met vergelijkbare beschuldigingen op Facebook. In het verlengde van de onderzoekopdracht die de verdachte naar zijn psychotische overtuiging als geheim agent diende uit te voeren, heeft hij ook aangever [naam slachtoffer 3] gedurende meerdere weken belaagd en hem in een groot aantal, eveneens breder verspreide e-mailberichten onder meer beschuldigd van vastgoedfraude. Bij zijn “onderzoek” heeft de verdachte de aangevers verschillende malen opgebeld en is hij ook naar hun woningen gegaan. De verdachte heeft door zijn handelen stelselmatig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de aangevers, op wie - blijkens hun aangiftes - het handelen van de verdachte grote impact heeft gehad.
Toen de verdachte werd gefrustreerd in zijn pogingen om in de genoemde vermissingszaak aangifte te doen bij de politie, heeft hij via het alarmnummer 112 een valse bommelding gedaan. Dergelijke feiten veroorzaken grote gevoelens van angst en onveiligheid en kunnen leiden tot maatschappelijke ontwrichting.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 februari 2020, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
7.3.2.
Rapportages
Ten aanzien van het gevaar voor herhaling overweegt de rapporterend psycholoog dat de verdachte onder invloed van antipsychotische medicatie meer afstand heeft tot zijn waanideeën en niet langer manisch is. Bij voortzetting van het gebruik van medicatie en wanneer hij binnen een gestructureerd kader blijft functioneren, taxeert de psycholoog het recidiverisico als matig. Het risico op escalatie van het stalkingsgedrag schat zij in als laag. De psycholoog adviseert - nu een advies op grond van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht tot plaatsing van verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis sinds 1 januari 2020 wettelijk niet langer mogelijk is, maar dit wel haar advies zou zijn geweest - om verdere behandeling van de verdachte te realiseren in het kader van zorgmachtiging op grond van de Wet forensische zorg. Een TBS-maatregel vindt zij in het licht van haar bevindingen een te zwaar middel.
De rapporterend psychiater taxeert - anders dan de psycholoog - het recidiverisico als hoog en wijst in dat verband op het ongunstige ziektebeloop ondanks jarenlange psychiatrische behandeling en op het gegeven dat de verdachte in oktober 2018 vanwege bijwerkingen stopte met het gebruik van de hem voorgeschreven medicatie. De psychiater adviseert om het recidivegevaar te beperken door plaatsing van de verdachte in een Forensisch Psychiatrische Afdeling in het kader van de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 30 april 2020. Dit rapport houdt het volgende in. De reclassering adviseert positief over TBS met
voorwaarden en heeft daartoe acht voorwaarden geformuleerd. De verdachte heeft zich bereid verklaard tot medewerking aan deze voorwaarden. De verdachte staat op de wachtlijst bij FPA Fivoor en kan hier op korte termijn worden geplaatst. Deze opname kan niet worden gerealiseerd in het kader van een zorgmachtiging. Tevens adviseert de reclassering te bevelen dat de op te leggen maatregel dadelijk uitvoerbaar zal zijn.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Door de deskundigen is vastgesteld dat bij de verdachte ten tijde van het begaan van de feiten sprake was van een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, te weten een bipolaire stemmingsstoornis met psychotische kenmerken. Op basis van de geconstateerde structurele psychische problematiek en het klinisch beeld, zagen de deskundigen een matig tot hoog risico op herhaling van soortgelijke feiten. Ter beperking van het recidivegevaar achten de deskundigen een behandeling noodzakelijk.
De rechtbank acht gelet op de inhoud van bovenstaande rapporten, de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, als ook op de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden noodzakelijk. Met de rapporterend psychiater en anders dan de raadsvrouw heeft bepleit is de rechtbank van oordeel dat verdere behandeling van de verdachte in het kader van een zorgmachtiging krachtens de Wet forensische zorg op dit moment onvoldoende continuïteit en structuur biedt om het recidiverisico effectief te beperken.
De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eisen de terbeschikkingstelling van de verdachte met voorwaarden. Dat oordeel is gegrond op de ernst en aard van de bewezen verklaarde feiten en het gevaar voor herhaling.
Vastgesteld wordt dat de onder 1 tot en met 4 bewezen verklaarde feiten, ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met voorwaarden zal worden opgelegd, misdrijven betreffen als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 2, van het Wetboek van Strafrecht.
Aan de verdachte zal gelet op het voorgaande een terbeschikkingstelling met voorwaarden worden opgelegd. Aan de terbeschikkingstelling zullen de voorwaarden worden verbonden zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 30 april 2020. De rechtbank zal in aanvulling hierop bepalen dat de verdachte geen contact zal opnemen met aangever [naam slachtoffer 3] . De verdachte heeft zich ter terechtzitting bereid verklaard tot naleving van al deze voorwaarden.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de bewezenverklaring, kwalificatie en strafmotivering, in onderling verband en samenhang bezien, geen sprake is van een misdrijf
dat gericht was tegen, of gevaar veroorzaakte voor, de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zoals bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Hoewel de bewezen feiten grote impact hebben gehad op het leven van de aangevers, heeft de verdachte hierbij geen fysiek geweld gebruikt en zijn ook bij de valse bommelding geen aanwijzingen gevonden dat hij voornemens was zijn dreigement daadwerkelijk uit te voeren. Gelet op deze omstandigheden komt de rechtbank tot de conclusie dat de terbeschikkingstelling op grond van de genoemde wettelijke bepaling is gemaximeerd en dat de totale duur van de maatregel een periode van vier jaar niet te boven mag gaan.
Nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens de aangevers [naam slachtoffer 2] , [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 3] , wordt bevolen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 37a, 38, 38a, 57, 142a, 261 en 258b van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gesteld;
stelt daarbij de navolgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:
  • de ter beschikking gestelde verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;
  • de ter beschikking gestelde zal zich niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de ter beschikking gestelde stelt zich onder toezicht van Reclassering Nederland en houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan hem gegeven worden.
  • de ter beschikking gestelde zorgt ervoor dat hij te allen tijde bereikbaar is voor de reclassering, zijn behandelaren en zijn begeleiders;
  • de ter beschikking gestelde houdt zich aan de meldplicht en werkt mee aan huisbezoeken;
  • de ter beschikking gestelde zal niet van adres wijzigen c.q. verhuizen zonder overleg met en toestemming van de reclassering;
  • de ter beschikking gestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de ter beschikking gestelde, als dat van belang is voor het toezicht;
  • de ter beschikking gestelde verschaft de reclassering zicht op de voortgang van zijn behandeling en begeleiding en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk;
  • de ter beschikking gestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn/haar gezicht herkenbaar is;
  • de ter beschikking gestelde werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per kalenderjaar;
  • de ter beschikking gestelde gaat niet naar het buitenland of naar de Nederlandse Antillen, zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
  • de ter beschikking gestelde laat zich opnemen in FPA Fivoor of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering en de instelling dat nodig vinden.
  • de ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de ter beschikking gestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
  • de ter beschikking gestelde laat zich na zijn klinische opname behandeling volgen bij de forensische polikliniek Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt.
  • de ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
  • de ter beschikking gestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [naam slachtoffer 2] , [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 3] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
  • de ter beschikking gestelde werkt mee aan medicatiegebruik zolang zijn behandelaren dit noodzakelijk vinden, ook als dit depotmedicatie betreft.
geeft aan reclassering Nederland opdracht de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt de dadelijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden;
heft op de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.G. van de Grampel, voorzitter,
en mrs. J. de Lange en J.M.L. van Mulbregt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A. de Vrind, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter, de oudste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 22 december 2018 tot en met 19 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 1] , door in die periode (telkens)
-veelvuldig e-mailberichten te sturen en/of
-e-mailberichten en/of Facebook Messengerberichten te sturen aan het bedrijf van die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] genaamd [naam bedijf] en/of politierechercheurs en/of de paardenvereniging [naam paardenvereniging 1] en/of [naam paardenvereniging 2] en/of Veilig Thuis en/of Antesgroep en/of omroep SBS6 en/of andere ontvangers waarin verdachte die [naam slachtoffer 1] beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en/of vermissing van [naam persoon 1] en/of
-een bericht te plaatsen op een openbaar Facebook account waarin die [naam slachtoffer 1] beschuldigd wordt van betrokkenheid bij de dood en/of vermissing van [naam persoon 1] en/of
-een filmpje te maken waarin die [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 1] worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en/of vermissing van [naam persoon 1] en/of (vervolgens) dat filmpje via (een) (openbare) Facebook-account(s) te verspreiden en/of
-zich op te houden nabij de woning van die [naam slachtoffer 1]
met het oogmerk die [naam slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2
hij op of omstreeks 19 november 2019 te Rotterdam en/of Dordrecht, althans in Nederland gegevens heeft doorgegeven, met het oogmerk een ander ten onrechte te doen geloven dat
op een al dan niet voor het publiek toegankelijke plaats een voorwerp aanwezig was, waardoor een ontploffing kon worden teweeggebracht, immers heeft hij, verdachte, het noodnummer 112 gebeld en medegedeeld dat hij een bom van een halve kilo met een bepaalde stof had neergelegd bij het politiebureau in Dordrecht en/of dat hij zich
bedreigd voelde door het politiebureau Dordrecht en dat hij een bom had neergelegd om zich zelf te beschermen en/of dat de stof Karsentaniel in de bom zou zitten;
3
hij in of omstreeks de periode van 11 oktober 2019 tot en met 17 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, wederrechtelijk
stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 3] , door in die periode (telkens)
-e-mailberichten te sturen naar het e-mailadres van het bedrijf van die [naam slachtoffer 3] en/of
-e-mailberichten gericht aan die [naam slachtoffer 3] tevens te versturen naar anderen waaronder collega's van die [naam slachtoffer 3] werkzaam bij het bedrijf [naam bedrijf] en/of rechercheurs van de politie, de griffie van de gemeenteraad in Zwijndrecht, de Rabobank, [naam slachtoffer 2] en/of de moeder van [naam persoon 1] waarin die [naam slachtoffer 3] beschuldigd wordt van fraude en corruptie en/of
-een klacht in te dienen bij de Rabobank waarin verdachte stelt dat die [naam slachtoffer 3] frauduleuze handelingen heeft verricht en/of
-naar de woning van die [naam slachtoffer 3] te gaan en/of zich nabij de woning van die [naam slachtoffer 3] op te houden
met het oogmerk die [naam slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 11 oktober 2019 tot en met 17 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden, te weten [naam slachtoffer 3] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het dulden van het ontvangen van e-mailberichten van verdachte en/of contact met verdachte en/of het indienen van een
klacht bij de Rabobank door verdachte en/of het contact dat verdachte over die [naam slachtoffer 3] heeft opgenomen met anderen door
-e-mailberichten te sturen naar het e-mailadres van het bedrijf van die [naam slachtoffer 3] en/of
-e-mailberichten gericht aan die [naam slachtoffer 3] tevens te versturen naar anderen waaronder collega's van die [naam slachtoffer 3] en/of rechercheurs van de politie, de griffie van de gemeenteraad in Zwijndrecht, de Rabobank, [naam slachtoffer 2] en/of de moeder van [naam persoon 1] waarin die [naam slachtoffer 3] beschuldigd wordt van fraude en corruptie en/of
-een klacht in te dienen bij de Rabobank waarin verdachte stelt dat die [naam slachtoffer 3] frauduleuze handelingen heeft verricht en/of
-naar de woning van die [naam slachtoffer 3] te gaan en/of zich nabij de woning van die [naam slachtoffer 3] op te houden
met het oogmerk die [naam slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
4
hij in of omstreeks de periode van 22 december 2018 tot en met 19 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk
stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 2] , door in die periode (telkens)
- te bellen en/of
- te bellen waarbij hij zich voordeed als politie rechercheur en/of dokter en/of
- e-mailberichten en/of whatsappberichten en/of iMessageberichten te sturen en/of
- e-mailberichten te sturen aan de collega's van die [naam slachtoffer 2] en/of het bedrijf van die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] genaamd [naam bedijf] en/of [naam paardenvereniging 2] en/of politierechercheurs en/of privé-rechercheur [naam slachtoffer 4] en/of Antesgroep en/of en/of de paardenvereniging [naam paardenvereniging 1] en/of Veilig Thuis en/of omroep SBS6 en/of Peter R. de
Vries en/of andere bekenden van die [naam slachtoffer 2] waarin verdachte die [naam slachtoffer 2] beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en/of vermissing van [naam persoon 1] en/of
- ( een) brief/ven en/of kaarten te versturen/in de brievenbus van die [naam slachtoffer 2] te doen en/of
- iMessageberichten te versturen aan die [naam slachtoffer 2] waarin verdachte zich voordoet als [naam persoon 1] en/of
- een filmpje te maken waarin die [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 1] worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en/of vermissing van [naam persoon 1] en/of (vervolgens) dat filmpje via (een) (openbare) Facebook-account(s) te verspreiden en/of
-zich op te houden nabij de woning van die [naam slachtoffer 2]
met het oogmerk die [naam slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
5
hij in of omstreeks de periode van 22 december 2018 tot en met 19 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [naam slachtoffer 1] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door in die periode (telkens)
-e-mailberichten en/of Facebook Messengerberichten te sturen aan het bedrijf van die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] genaamd [naam bedijf] en/of [naam paardenvereniging 2] en/of de politierechercheurs en/of de paardenvereniging [naam paardenvereniging 1] en/of Veilig Thuis en/of Antesgroep en/of omroep SBS6 en/of andere ontvangers waarin verdachte die [naam slachtoffer 1]
beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en/of vermissing van [naam persoon 1] en/of
-een bericht te plaatsen op een openbaar Facebook account waarin die [naam slachtoffer 1] beschuldigd wordt van betrokkenheid bij de dood en/of vermissing van [naam persoon 1] en/of
-een filmpje te maken waarin die [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 1] worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en/of vermissing van [naam persoon 1] en/of (vervolgens) dat filmpje via (een) (openbare) Facebook-account(s) te verspreiden;
6
hij in of omstreeks de periode van 11 oktober 2019 tot en met 17 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [naam slachtoffer 3] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door
-e-mailberichten te sturen naar het e-mailadres van het bedrijf van die [naam slachtoffer 3] en/of
-e-mailberichten gericht aan die [naam slachtoffer 3] tevens te versturen naar anderen waaronder collega's van die [naam slachtoffer 3] werkzaam bij het bedrijf [naam bedrijf] en/of rechercheurs van de politie, de griffie van de gemeenteraad in Zwijndrecht, de Rabobank, [naam slachtoffer 2] en/of de
moeder van [naam persoon 1] waarin die [naam slachtoffer 3] beschuldigd wordt van fraude en corruptie en/of
-een klacht in te dienen bij de Rabobank waarin verdachte stelt dat die [naam slachtoffer 3] frauduleuze handelingen heeft verricht;
7
hij in of omstreeks de periode van 22 december 2018 tot en met 19 november 2019 te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht en/of Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [naam slachtoffer 2] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door in die periode (telkens)
- e-mailberichten te sturen aan het bedrijf van die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] genaamd [naam bedijf] en/of de collega's van die [naam slachtoffer 2] en/of privé-rechercheur [naam slachtoffer 4] en/of politierechercheurs en/of de paardenvereniging [naam paardenvereniging 1] en/of [naam paardenvereniging 2] en/of Veilig Thuis en/of Antesgroep en/of omroep SBS6 en/of Peter R. de Vries en/of andere bekenden van die [naam slachtoffer 2] waarin verdachte die [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 1] beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en/of vermissing van [naam persoon 1] en/of
-een filmpje te maken waarin die [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 1] worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood en/of vermissing van [naam persoon 1] en/of (vervolgens) dat filmpje via (een) (openbare) Facebook-account(s) te verspreiden.