ECLI:NL:RBROT:2020:441

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 januari 2020
Publicatiedatum
22 januari 2020
Zaaknummer
C/10/589675 / FA RK 20-229
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 16 januari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om verlenging van een op 14 januari 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in Afghanistan en thans verblijvende in Antes, locatie Bouman te Rotterdam. De mondelinge behandeling vond plaats op 16 januari 2020, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. S.E.M. Hooijman, aanwezig waren, evenals enkele familieleden en een arts van Antes.

De rechtbank heeft de situatie van de betrokkene beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat er sprake was van chronische problematiek en dat middelengebruik had geleid tot levensgevaar en ander onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De rechtbank concludeerde echter dat een onvrijwillige opname in een instelling op dat moment niet de aangewezen behandeling was. In plaats daarvan werd geadviseerd om psychotherapeutische behandeling te starten via de huisarts.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de officier van justitie afgewezen, omdat er op dat moment geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel was dat voortvloeide uit het gedrag van de betrokkene. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter W.A.F. Damen en is op 17 januari 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/589675 / FA RK 20-229
Patiëntnummer: [nummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 16 januari 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] , Afghanistan,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Bouman te Rotterdam,
advocaat mr. S.E.M. Hooijman te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 15 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 14 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 14 januari 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door drs. F.C. Karayalcin, psychiater, van 14 januari 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 januari 2020.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
  • [naam 1] , arts, verbonden aan Antes, locatie Bouman;
  • [naam 2] , moeder van betrokkene;
  • [naam 3] , zus van betrokkene.
1.3.
Omdat een nadere toelichting niet noodzakelijk werd geacht door de officier, is de officier niet verschenen ter zitting.

2.Beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.2.
Bij betrokkene is sprake van chronische problematiek waarbij middelengebruik heeft geleid tot levensgevaar en ander onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De klinische opname met de crisismaatregel heeft meer rust gebracht. Een onvrijwillige opname in een instelling is niet de aangewezen behandeling op dit moment. Wel is het in het belang van betrokkene om psychotherapeutische behandeling te starten via de huisarts.
2.3.
Het verzoek zal worden afgewezen omdat op dit moment geen sprake is onmiddellijk dreigend ernstig nadeel dat wordt veroorzaakt door gedrag voortvloeiend uit een psychische stoornis.

3.Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 16 januari 2020 mondeling gegeven door W.A.F. Damen, rechter, in tegenwoordigheid van J.D. Verburg, griffier, en op 17 januari 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.