Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- de dagvaardingen van 4 november 2015, tevens inhoudende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv, met producties;
- de aantekeningen op de rol dat partijen met elkaar in onderhandeling zijn;
- de akte overlegging nadere stukken tevens vermeerdering van eis en provisionele vordering ex artikel 223 Rv;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende conclusie van antwoord in het incident, met producties;
- de rolbeslissing van 12 december 2019;
- het faxbericht van mr. Camps van 24 december 2019 dat de procedure jegens gedaagden 1 tot en met 3 (vennootschap onder firma U.B.M. Uitzendbureau Multiservice, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Heremethe B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Starkov B.V.) wordt ingetrokken;
- de brief van mr. R.G. Degenaar, gemachtigde van gedaagden 1 tot en met 3, van
- het tussenvonnis van 30 januari 2020 waarin een comparitie van partijen wordt bepaald;
- de brief van de rechtbank van 18 maart 2020 waarin partijen wordt verzocht zich schriftelijk uit te laten over de manier waarop de zaak verder wordt behandeld, in verband met het coronavirus;
- de brief van mr. Spronck van 23 maart 2020 en het faxbericht van mr. Camps van
2..De vaststaande feiten
per ewt[ktr: einde wachttijd]
opgesteld met psychische en fysieke (nek en linkerenkel sparende) beperkingen.
zijn aangegeven. Beperking in zwaar tillen/dragen, zware lasten hanteren, lopen, trappen lopen, duwen en trekken, klimmen, staan, geknield en/of gehurkt actief zijn. Vanwege nekklachten zijn er tevens beperkingen in reiken, werken met toetsenbord, frequent buigen, duwen en trekken, zwaar tillen/dragen, frequent lichte voorwerpen hanteren, frequent zware lasten hanteren, hoofdbewegingen maken, gebogen en/of getordeerd actief zijn, boven schouderhoogte actief zijn, het hoofd in een bepaalde stand houden tijdens werk.
R. Brand (hierna: psycholoog Brand). Deze schrijft in een brief van 5 april 2019 (productie 11 bij akte) aan de medisch adviseur van [eiser] , J.A. Ribbens, het volgende:
3..Het geschil in de hoofdzaak
4..Het geschil in het incident
5..De beoordeling
6..De beslissing
11 juni 2020voor het nemen van een akte door [eiser] waarin hij hetzij een bewijs van instemming van zijn bewindvoerder met deze procedure overlegt, hetzij een machtiging van de kantonrechter voor het voeren van de onderhavige procedure;
11 juni 2020voor het nemen van een akte na tussenvonnis door beide partijen waarin zij zich uitlaten als bedoeld in rechtsoverweging 5.10;