ECLI:NL:RBROT:2020:4281

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 mei 2020
Publicatiedatum
12 mei 2020
Zaaknummer
C/10/595894 / FA RK 20-3113
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de crisismaatregel en afwijzing zorgmachtiging op basis van WvGGZ

Op 6 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Het verzoekschrift was op 4 mei 2020 ingekomen en had betrekking op een eerder opgelegde crisismaatregel van 3 mei 2020. Bij het verzoekschrift waren verschillende bijlagen gevoegd, waaronder een medische verklaring van psychiater drs. M. van der Hout. Vanwege de coronamaatregelen vond de mondelinge behandeling telefonisch plaats, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. J.J. van Santbrink, aanwezig waren, evenals een AIOS van FPC De Kijvelanden.

Tijdens de behandeling werd het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel gelijktijdig behandeld met een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging, dat bekend was onder het zaaknummer C/10/595857 / FA RK 20-3099. De officier van justitie was niet telefonisch ter zitting aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting op het verzoek nodig achtte. De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen, omdat het verzoek tot het verlenen van de zorgmachtiging was toegewezen. De beslissing werd op 6 mei 2020 mondeling gegeven door rechter mr. S.H. Poiesz en op 12 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595894 / FA RK 20-3113
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 6 mei 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene]
hierna: betrokkene,
wonende te FPC De Kijvelanden, Kijvelandsekade 1, 3172 AB Poortugaal, gemeente Albrandswaard,
advocaat mr. J.J. van Santbrink te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 4 mei 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 3 mei 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 3 mei 2020;
 de medische verklaring opgesteld door drs. M. van der Hout, psychiater, van 3 mei 2020;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam AIOS] , AIOS, verbonden aan FPC De Kijvelanden.
1.3.
Het verzoek is tegelijk behandeld met het verzoek van de officier tot het verlenen van een zorgmachtiging, bekend onder zaak- en rekestnummer: C/10/595857 / FA RK 20-3099.
1.4.
De officier is niet telefonisch ter zitting, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Omdat het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging inzake betrokkene, bekend onder nummer C/10/595857 / FA RK 20-3099, is toegewezen, wordt het onderhavige verzoek afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 6 mei 2020 mondeling gegeven door mr. S.H. Poiesz, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 12 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.