ECLI:NL:RBROT:2020:4279

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 mei 2020
Publicatiedatum
12 mei 2020
Zaaknummer
C/10/595857 / FA RK 20-3099
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie en delictgedrag

Op 6 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en eerder delictgedrag heeft vertoond. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 1 mei 2020, en was gebaseerd op een medische verklaring van psychiater C. van Tuijl. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, werd de betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat mr. J.J. van Santbrink. De officier was niet aanwezig omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank oordeelde dat de betrokkene, die momenteel verblijft in FPC De Kijvelanden, niet in staat is om vrijwillige zorg te accepteren. De rechter concludeerde dat er ernstig nadeel kan ontstaan voor de veiligheid van personen of goederen als gevolg van het gedrag van de betrokkene. De rechtbank stelde vast dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn.

De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 6 november 2020, en omvat verschillende maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. S.H. Poiesz en schriftelijk uitgewerkt op 12 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595857 / FA RK 20-3099
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 6 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene]
hierna: betrokkene,
wonende te FPC De Kijvelanden, Kijvelandsekade 1, 3172 AB Poortugaal, gemeente Albrandswaard,
advocaat mr. J.J. van Santbrink te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 1 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door C. van Tuijl, psychiater, van 16 april 2020;
 de zorgkaart van 27 maart 2020 met bijlagen;
 het zorgplan van 27 maart 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam AIOS] , AIOS, verbonden aan FPC De Kijvelanden.
1.3.
De officier is niet telefonisch ter zitting gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum-en andere psychotische stoornissen.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is gediagnosticeerd met schizofrenie. Betrokkene is bekend met forse agressie en maatschappelijk ontwrichtend gedrag bij psychotische decompensatie. Betrokkene heeft tijdens een psychose delicten gepleegd en is hierdoor in aanraking gekomen met justitie en is op grond van artikel 37 WvSr binnen de forensische kliniek geplaatst. Op dit moment verblijft betrokkene aldaar met een crisismachtiging. Betrokkene heeft geen ziekte inzicht of besef en is nauwelijks gemotiveerd voor een (medicamenteuze) behandeling. Het verblijf binnen de forensische kliniek is geïndiceerd vanwege de ernst van de psychiatrische problematiek. Het beoogde doel is stabilisatie van het psychiatrisch toestandsbeeld. Betrokkene wordt zo spoedig mogelijk geplaatst binnen Antes of een soortgelijke instelling. Betrokkene heeft op dit moment geen eigen woonplek.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. De arts verklaart ter zitting dat betrokkene geen zorg wil. Het vervolgtraject voor betrokkene bestaat uit een klinische behandeling om verder te stabiliseren. Betrokkene heeft geen woonplek en is inmiddels (door BAVO) aangemeld voor Begeleid Wonen. Noodzakelijk is daarvoor wel dat betrokkene behandeling ondergaat. Het afgelopen jaar verliep moeizaam en pas recent is er vooruitgang te zien in zijn psychische toestand.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie;
 het verrichten van medische controles;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het onderzoek aan kleding of lichaam;
 het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen;
 het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
 het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
 het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
 het opnemen in een accommodatie.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 november 2020;
Deze beschikking is op 6 mei 2020 mondeling gegeven door mr. S.H. Poiesz, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 12 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.