ECLI:NL:RBROT:2020:4271

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 mei 2020
Publicatiedatum
12 mei 2020
Zaaknummer
C/10/595391 / FA RK 20-2859
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met autisme spectrumstoornis en lichtverstandelijke beperking

Op 6 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, die lijdt aan een autisme spectrumstoornis en een licht verstandelijke beperking, op verzoek van de officier van justitie. De beslissing volgde op een mondelinge behandeling waarbij de betrokkene, zijn advocaat en een verpleegkundige telefonisch zijn gehoord, vanwege de beperkingen die de coronamaatregelen met zich meebrachten. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene, gezien zijn psychische toestand, ernstig nadeel ondervond en dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren. De betrokkene vertoonde toenemende psychotische klachten, waaronder hallucinaties en suïcidaal gedrag, en had behoefte aan een gestructureerde omgeving.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de criteria voor verplichte zorg, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), zijn vervuld. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van 14 mei 2020. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief was. De beschikking is op 6 mei 2020 mondeling gegeven door rechter S.H. Poiesz en op 12 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595391 / FA RK 20-2859
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 6 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode] [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. H. Vrijhof te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 22 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door D. van Dam, psychiater, van 14 april 2020;
 de zorgkaart van 13 april 2020 met bijlagen;
 het zorgplan van 3 april 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens;
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam verpleegkundige] , verpleegkundige, verbonden aan GGZ Delfland;
 moeder van betrokkene.
1.3.
De officier is niet telefonisch ter zitting gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstige psychische schade alsmede ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
Betrokkene is bekend met een autisme spectrum stoornis en een licht verstandelijke beperking. Betrokkene heeft vanaf 2017 onafgebroken rechterlijke machtigingen gehad ook met (gedwongen) opnames. De afgelopen maanden was er bij betrokkene sprake van oplopende psychotische klachten en toenemende gedragsproblematiek. Daarbij heeft betrokkene visuele en akoestische hallucinaties, is verward, impulsief, vindt zichzelf een breatharian (stopt dan abrupt met eten en drinken) en doet soms suïcidale uitingen. Betrokkene woont zelfstandig maar hij kan niet voor zichzelf zorgen. Het betrokken steunsysteem is overbelast geraakt. De ontwikkelingsstoornis is niet te genezen waardoor betrokkene blijvend kwetsbaar zal zijn voor een psychotische ontregeling, ondanks de noodzakelijke medicatie. Betrokkene toont een beperkt ziekte inzicht en besef. Betrokkene heeft behoefte aan vaste structuur en voorspelbaarheid. Het doel is om betrokkene op termijn te plaatsen bij Begeleid Wonen.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Ter zitting verklaart de verpleegkundige dat de zorgmachtiging noodzakelijk is. Wanneer betrokkene weer toenemend psychotisch wordt en impulsief en suïcidaal gedrag gaat vertonen, moet de GGZ hem direct zorg kunnen bieden.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie;
 het verrichten van medische controles;
 het beperken van de bewegingsvrijheid, bij eventuele opname;
 het insluiten, bij eventuele opname;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene, bij eventuele opname;
 het onderzoek aan kleding of lichaam, bij eventuele opname;
 het opnemen in een accommodatie; bij eventuele opname.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en/of de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden, met ingang van 14 mei 2020.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 14 november 2020;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 6 mei 2020 mondeling gegeven door mr. S.H. Poiesz, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 12 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.