ECLI:NL:RBROT:2020:4240

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 april 2020
Publicatiedatum
11 mei 2020
Zaaknummer
C/10/595113 / FA RK 20-2735
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie

Op 24 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, die lijdt aan schizofrenie met zowel paranoïde als katatone kenmerken. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 16 april 2020, en was gebaseerd op een mondelinge behandeling die plaatsvond op dezelfde datum. Tijdens deze behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene en haar advocaat, maar de officier was niet aanwezig omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar psychische stoornis, wat leidt tot een risico op immateriële schade. De betrokkene vertoont gedrag dat haar gezondheid en welzijn in gevaar brengt, zoals het weigeren van medicatie en het verwaarlozen van zichzelf.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De voorgestelde vormen van verplichte zorg omvatten het toedienen van medicatie en opname in een accommodatie. De advocaat van de betrokkene heeft zich ter zitting gerefereerd aan de stoornis en het ernstig nadeel, maar verzocht om afwijzing van de verplichte opname. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de vrijwilligheid van de betrokkene om opgenomen te blijven niet gegarandeerd is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde effect kunnen bereiken. Daarom is de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 24 oktober 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595113 / FA RK 20-2735
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 24 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode] [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. J.A. Smits te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 16 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door C.M. Rijnberk, psychiater, van 14 april 2020;
 het zorgplan van 14 april 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 april 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
 [naam psycholoog] , psycholoog, en
 [naam psychiater] , psychiater, beiden verbonden aan GGZ Delfland.
1.3.
De officier is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige immateriële schade.
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie met zowel paranoïde kenmerken als katatone kenmerken. Daarnaast heeft betrokkene een licht verstandelijke beperking. Betrokkene kampt met akoestische hallucinaties, achtervolgings- en beïnvloedingswanen met daaruit volgende schuldgevoelens. Wanneer haar psychotische toestandsbeeld verergert, treedt onder andere katatonie op waardoor zij weinig tot niets eet of drinkt met alle gevolgen van dien. Tevens vertoont zij dan terugtrekgedrag, verzorgt zij zichzelf en haar leefomgeving niet, komt zij in de schulden en dreigt dakloosheid. Betrokkene smokkelt met haar medicatie en neemt deze alleen in omdat het een opdracht van de rechter is. Betrokkene heeft de voorkeur om minder medicatie te gebruiken, echter er treedt al bij een minimale vermindering van de dosering een verergering van de katatonie op. Betrokkene heeft enig ziekte besef maar nauwelijks ziekte inzicht. Daarnaast is betrokkene geneigd om lichamelijk onderzoeken, zoals een tandarts- of ziekenhuisbezoek, te weigeren.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Volgens de psycholoog bestaat het risico dat betrokkene zich zonder medicatie extreem zal terug trekken en zichzelf zal verwaarlozen. De algemene dagelijkse levensverrichtingen verlopen moeizaam. Betrokkene heeft moeite met de controle en begeleiding en zij wil alles zelf doen en bepalen. Betrokkene is inmiddels aangemeld en staat op de wachtlijst voor een plek in een begeleide woonvorm.
Verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie;
 het opnemen in een accommodatie.
2.2.3.
De advocaat refereert zich ter zitting op het punt van de stoornis, het ernstig nadeel en de verplichte vorm van zorg die ziet op medicatie toediening. Voor wat betreft de verplichte opname verzoekt de advocaat om afwijzing. Immers betrokkene wil op vrijwillige basis binnen de kliniek verblijven totdat er een plek beschikbaar is binnen een Begeleid Wonen. De rechtbank gaat daarin niet mee. Aan de bestendigheid van de vrijwilligheid van betrokkene om opgenomen te blijven totdat zij kan door stromen naar een begeleide woonvorm wordt getwijfeld, aangezien zij ook een ontslagwens heeft en niet in staat lijkt t zijn de gevolgen van een eventueel ontslag te overzien. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen voor de duur van de afgegeven machtiging;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 24 oktober 2020.
Deze beschikking is op 24 april 2020 mondeling gegeven door mr. D.C.J. Peeck, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en 11 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.