ECLI:NL:RBROT:2020:4238
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 14 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de toewijzing van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een ongespecificeerde psychotische stoornis en die zich in een situatie bevindt waarin zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg zoals beschreven in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) toegepast en geconcludeerd dat de betrokkene een zorgmachtiging nodig heeft om zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren en te herstellen.
De rechtbank heeft de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk geacht: het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het uitoefenen van toezicht op de betrokkene. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde effect zouden hebben. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 14 oktober 2020. De beschikking is mondeling gegeven door de rechter in aanwezigheid van de griffier en is later schriftelijk uitgewerkt en getekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.